FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111  
112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   >>   >|  
n zien zal dat zijne beide makkers hem vergezellen. "De kapitein van de Nautilus, "Nemo." "Eene jachtpartij!" riep Ned. "En in de bosschen van het eiland Crespo?" voegde Koenraad er bij. "Maar hij gaat dan toch aan land?" hervatte Ned. "Ik geloof dat dit vrij duidelijk is," zeide ik, den brief nog eens lezende. "Welnu, wij moeten aannemen," zeide Ned. "Als wij eens vasten grond onder de voeten hebben, dan zullen wij wel over een besluit raadplegen; overigens zal ik er niet rouwig om zijn, als ik eens eenige brokken versch wild tusschen de tanden krijg." Ik trachtte niet eens eenig verband te vinden tusschen den duidelijken afkeer van kapitein Nemo voor eenig land, en zijne uitnoodiging tot eene boschjacht, en antwoordde dus: "Laat ons eerst eens zien wat eiland Crespo is." Ik bekeek de kaart en vond op 32 deg. 40' N.B. en 167 deg. 50' O.L. een eilandje, dat in 1801 door kapitein Crespo terug gevonden werd, op oude Spaansche kaarten komt het voor als Racca de la Plata; hetwelk "Zilverrots" beteekent. Wij waren dus op ongeveer 1800 kilometer verwijderd van de plaats, vanwaar wij waren uitgegaan, terwijl de Nautilus haar koers eenigszins gewijzigd had en ons naar het zuidoosten voerde. Ik wees mijne lotgenooten deze kleine rots; welke vergeten in 't midden van de Stille Zuidzee lag. "Indien kapitein Nemo soms aan land gaat," zeide ik, "dan kiest hij ten minste eilanden die volkomen verlaten zijn." Ned Land schudde het hoofd zonder te antwoorden, en ging met Koenraad weg. Na het souper, dat de hofmeester mij stilzwijgend en onverschillig als altijd voorzette, legde ik mij niet zonder eenige bezorgdheid te rusten. Den volgenden dag, 17 November, voelde ik bij mijn ontwaken, dat de Nautilus onbeweeglijk stil lag; ik kleedde mij haastig aan, en ging naar de zaal; daar wachtte mij kapitein Nemo. Hij stond op, groette mij, en vroeg of het ons aangenaam was hem te vergezellen. Daar hij niets zeide van zijne achtdaagsche afwezigheid; paste ik wel op er niet over te spreken, en antwoordde eenvoudig, dat mijne makkers en ik gereed waren hem te volgen. "Alleen mijnheer," voegde ik er bij, "zij het mij vergund u eene vraag te doen." "Ga uw gang, mijnheer Aronnax, en als ik haar kan beantwoorden, zal ik het doen." "Welnu, kapitein, hoe komt het dan dat gij, die alle betrekking met het land hebt afgebroken, bosschen op het eiland Crespo bezit?" "Mijnheer de professor," antwoordde de kapitein, "de
PREV.   NEXT  
|<   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111  
112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   >>   >|  



Top keywords:
kapitein
 
Crespo
 
antwoordde
 
eiland
 

Nautilus

 

tusschen

 

zonder

 

mijnheer

 

eenige

 

makkers


bosschen

 

vergezellen

 

voegde

 

Koenraad

 

altijd

 

rusten

 

betrekking

 
afgebroken
 
antwoorden
 

onverschillig


bezorgdheid

 

hofmeester

 
souper
 

voorzette

 

stilzwijgend

 

midden

 
Stille
 

Zuidzee

 

vergeten

 
kleine

professor

 
Mijnheer
 

Indien

 

volkomen

 
verlaten
 

eilanden

 

minste

 

schudde

 

aangenaam

 

groette


achtdaagsche

 
afwezigheid
 
gereed
 

volgen

 

Alleen

 

vergund

 

eenvoudig

 

spreken

 

ontwaken

 
onbeweeglijk