FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   >>  
m. "Welnu, vriend Ned, wij zullen stil het tij van 9 Januari afwachten, want het schijnt dat de maan zoo beleefd zal zijn om ons weder vlot te maken." "Meent gij dat?" "Ja zeker." "En die kapitein gaat zijn ankers niet uitgooien om zich hieraf te brassen, en zijne machine niet laten werken, en alles doen om van die verwenschte klip te komen?" "Het tij is immers voldoende," antwoordde Koenraad bedaard. De Amerikaan keek hem aan, en trok zijne schouders op; het was de zeeman, die uit hem sprak. "Mijnheer," antwoordde hij, "geloof mij, als ik u zeg, dat dit stuk ijzer nooit meer op of onder zee varen zal, het is goed om bij 't pond verkocht te worden. Ik geloof dat het oogenblik gekomen is om dien kapitein Nemo de hakken te laten zien." "Vriend Ned," antwoordde ik, "ik wanhoop niet zooals gij aan dit flinke vaartuig; in vier dagen zullen wij zien waar wij ons met die getijen in dezen Oceaan aan te houden hebben. Overigens kon die raad om te vluchten goed zijn, als wij de Engelsche of Fransche kust in 't gezicht hadden, maar hier in de buurt van Nieuw-Guinea is 't eene andere zaak; het zal altijd nog tijd genoeg zijn om tot dit uiterste te komen, als de Nautilus niet los raakt, ik zou dit als een erge ramp beschouwen." "Zouden wij ten minste dat land niet eens onderzoeken?" hernam Ned Land. "Daar is een eiland, op dat eiland groeien boomen, onder die boomen loopen dieren; die karbonade en roastbeef aan hun romp hebben, en daar zou ik wel eens gaarne mijne tanden inzetten." "Nu heeft vriend Land gelijk." zeide Koenraad, "en ik ben het met hem eens. Zou mijnheer van zijn vriend, den kapitein, geen verlof kunnen krijgen om eens aan land te gaan, al was het alleen maar om de gewoonte niet te verliezen van nu en dan den voet eens te zetten op het vaste deel van onzen aardbodem?" "Ik kan het hem wel eens vragen," antwoordde ik, doch hij zal het weigeren. "Het is in allen gevalle te wagen," zeide Koenraad, "en dan weten wij met een waaraan wij ons ten opzichte van zijne vriendelijkheid te houden hebben." Tot mijne groote verwondering stond kapitein Nemo toe wat ik hem vroeg. Hij deed het zelfs met de grootste beleefdheid, zonder zelfs de belofte van mij te vorderen, dat ik aan boord zou terug komen. Maar eene vlucht door Nieuw-Guinea was zeer gevaarlijk, en ik zou het Ned Land nooit hebben aangeraden om zoo iets te beproeven. Het was veel beter om aan boord van de Nautilus opgesloten te zijn, dan om
PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   >>  



Top keywords:
kapitein
 

antwoordde

 

hebben

 
Koenraad
 

vriend

 

geloof

 

houden

 

Nautilus

 

zullen

 

eiland


boomen

 
Guinea
 

verlof

 
mijnheer
 
kunnen
 

karbonade

 

groeien

 

loopen

 

dieren

 

hernam


onderzoeken

 

beschouwen

 

Zouden

 

minste

 

krijgen

 
roastbeef
 

inzetten

 

tanden

 

gaarne

 

gelijk


beleefdheid

 

grootste

 
zonder
 

belofte

 

vorderen

 

beproeven

 

opgesloten

 

aangeraden

 

vlucht

 

gevaarlijk


verwondering
 
groote
 

zetten

 

aardbodem

 

alleen

 
gewoonte
 

verliezen

 
vragen
 
waaraan
 

opzichte