Astrolabe werden
naar deze plek gezonden; de bemanning slaagde er met groote moeite
in om een anker, dat 1800 pond woog, een gegoten achtponder, een
looden blok en twee koperen draaibassen naar boven te halen. Dumont
d'Urville ondervroeg de inboorlingen en vernam ook dat La Perouse,
na zijne beide schepen op de klippen van het eiland te hebben zien
vergaan, een kleiner schip had gebouwd, waarmede hij een tweede maal
schipbreuk had geleden. Waar? dat wist men niet.
Toen liet de gezagvoerder van de Astrolabe onder eene groep palmboomen
een grafteeken ter herinnering aan den beroemden zeevaarder en
zijne tochtgenooten oprichten. Het was eene vierhoekige pyramide,
welke op een stuk koraal was gezet, en waaraan geen enkel stuk ijzer
gebruikt werd, om daardoor de hebzucht van de inboorlingen niet op
te wekken. Daarna wilde d'Urville vertrekken, doch zijne manschappen
hadden op deze ongezonde kust de koorts gekregen, en daar hij zelf
ernstig ziek was, kon hij niet voor 17 Maart vertrekken.
De Fransche regeering, bang dat d'Urville niet op de hoogte was
van hetgeen Dillon reeds gedaan had, zond de korvet de Bayonnaise,
onder kapitein Legorant de Tromelin, naar Vanikoro, welk schip op dat
oogenblik ergens op de westkust van Amerika gestationneerd was. De
Bayonnaise liet eenige maanden na het vertrek van de Astrolabe het
anker voor Vanikoro vallen, doch vond niets nieuws; alleen bevond men
dat de inboorlingen het gedenkteeken voor La Perouse hadden ontzien.
Dit was ongeveer het verhaal dat ik aan kapitein Nemo deed.
"Dus weet men nog niet," zeide hij, "waar dit derde schip is vergaan,
hetwelk door de schipbreukelingen op Vanikoro gebouwd werd?"
"Neen, kapitein."
Nemo zeide verder niets doch wenkte mij om hem naar het salon te
volgen. De Nautilus zonk eenige meters onder water en de wanden
openden zich. Ik ijlde naar het glas en zag onder die koralen en
andere zeegewassen overblijfselen van eene schipbreuk, welke de
dreggen niet hadden kunnen losrukken; ijzeren werktuigen, ankers,
kanonnen, kogels, een kaapstander, een brok van een voorsteven,
kortom allerlei voorwerpen van vergane schepen, welke de zee nu met
hare levende bloemen overdekt had.
Terwijl ik die armzalige overblijfselen stond te bekijken, zeide de
kapitein op ernstigen toon:
"Kapitein La Perouse vertrok 7 December 1785 met zijne
schepen; eerst ankerde hij in de Botanybaai, daarop bezocht
hij de Vriendschapseilanden, Nieuw-Caledonie, richtte toen de
|