FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160  
161   >>  
aaid, en ik zag ze niet zonder ongerustheid naderen. Het was duidelijk dat die Papoea's reeds met Europeanen in aanraking waren geweest, en hunne schepen kenden. Maar wat moesten zij wel denken van dien langen ijzeren cylinder, zonder mast of schoorsteen? Niets goeds, want zij waren eerst op eerbiedigen afstand gebleven; toen zij hem echter onbeweeglijk zagen liggen, vatten zij moed, en wilden er nader kennis mede maken; doch juist die kennismaking moest belet worden. Onze geweren, wier schot geen knal gaf, konden dien inboorlingen slechts weinig vrees inboezemen, daar zij slechts eerbied hebben voor geraasmakende vuurwapenen. De bliksem zou ook zonder den donder de menschen niet verschrikken, hoewel het gevaar in het eerste en niet in het geraas gelegen is. Op dit oogenblik naderden de prauwen dichter bij de Nautilus, en het regende pijlen om ons heen. "Te drommel, het hagelt," riep Koenraad, "misschien is het wel vergiftigde hagel!" "Ik zal den kapitein waarschuwen," zeide ik, naar binnengaande. Ik ging naar het salon en omdat ik er niemand vond, waagde ik het om aan de deur van Nemo's kamer te tikken. "Binnen!" riep men; ik trad binnen en vond den kapitein verdiept in eene berekening, waarin allerlei stelkundige formulen de hoofdrol speelden. "Hinder ik u ook?" vroeg ik uit beleefdheid "Ja, mijnheer," was het korte antwoord; "doch ik geloof dat gij ernstige redenen hebt om bij mij te komen!" "Inderdaad; wij zijn omringd door prauwen, en zullen binnen weinige minuten zeker door honderden wilden worden aangevallen.'" "Zoo," zeide de kapitein bedaard, "zijn zij met hunne prauwen gekomen?" "Ja kapitein." "Welnu, dan is het immers genoeg als het luik gesloten wordt?" "Juist, en ik kwam u zeggen...." "Niets is gemakkelijker," zeide Nemo, en op een electrieken knop drukkende, gaf hij daartoe aan de wachthebbende matrozen bevel. "Het is reeds geschied, mijnheer," zeide hij na eenige oogenblikken. "De sloep is op hare plaats en het luik is dicht. Gij vreest toch zeker niet dat die heeren de wanden van mijn vaartuig verbrijzelen zullen, waar de kogels van uw fregat zelfs geen schade aan toebrachten!" "Neen, kapitein, maar er bestaat nog een ander gevaar." "Welk, mijnheer?" "Morgen ochtend moet gij het luik weder openen om de lucht in de Nautilus te ververschen." "Zeker, mijnheer, omdat ons vaartuig evenals de walvisschen ademt." "Maar als op dat oogenblik de Papoea's op het plat zi
PREV.   NEXT  
|<   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160  
161   >>  



Top keywords:

kapitein

 

mijnheer

 

prauwen

 

zonder

 

worden

 

gevaar

 

slechts

 

binnen

 

zullen

 

Nautilus


wilden

 

oogenblik

 

vaartuig

 
Papoea
 

openen

 

Inderdaad

 
omringd
 
minuten
 

weinige

 

Morgen


ochtend

 

redenen

 
ververschen
 

Hinder

 

speelden

 

stelkundige

 

formulen

 

hoofdrol

 

walvisschen

 

geloof


honderden

 

antwoord

 

beleefdheid

 

evenals

 

ernstige

 

aangevallen

 

wachthebbende

 

matrozen

 

geschied

 

daartoe


verbrijzelen

 

drukkende

 

allerlei

 
eenige
 

wanden

 

heeren

 

vreest

 

plaats

 
oogenblikken
 
kogels