FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35  
36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>   >|  
rr ondertusschen?" --"Thiassi, den sterken stormreus," antwoordde Thonarr, "heb ik verslagen. Zijn oogen slingerde ik als sterren tegen den hemel. Daar zijn ze een bewijs van mijn werk, dat alle menschen vermogen te zien. Wat deed Haarbaard ondertusschen?" Deze vertelde: --"Vrouwelijke ruiters, die reden door den nacht, wist ik listig tot liefde te verlokken. Zeestrand, de reus, gaf mij daartoe een tooverdoorn, maar ik ontstal hem zijn verstand. Wat deed Thonarr ondertusschen?" --"Ik," sprak Thonarr, "was in het Oosten om Reuzenvrouwen uit te roeien. Als ze allen bleven leven, zou dat booze volk veel te talrijk worden, en Midgaarde ware voor menschen niet meer te bewonen. Wat deed Haarbaard ondertusschen?" --"In Vechtland," zei Haarbaard, "heb ik voor gevechten gezorgd; de vorsten stookte ik op tot den strijd. Edelen zijn het eigendom van Wodan,--knechten komen Thonarr toe." Toen werd Thonarr vertoornd, en hij zeide, dat alles onder de Asen slecht verdeeld zou zijn, wanneer Wodan over zoo iets gewichtigs naar willekeur kon beschikken. Maar Haarbaard bespotte Thonarr op zijn beurt en zeide: --"Herinnert de sterke Thonarr zich nog hoe hij zich eens in een handschoen verborg en van angst niet durfde ademhalen? Dat moest de bergreus eens weten!" En toen Thonarr dreigde hem te zullen dooden, als hij aan den anderen kant van het water komen kon, ging Haarbaard voort: --"Blijf maar daarginds,--wij hebben niets met elkander te maken. Zeg zoo maar, wat Thonarr deed ondertusschen." --"In 't Oosten," sprak Thonarr, "stond ik op wacht aan het water. Daar kwamen verschrikkelijke Reuzen op mij af, bestormden mij met een hagel van steenen. Maar hun vreugde was kort, want zij vroegen mij weldra om vrede. Wat deed Haarbaard ondertusschen?" --"Ik was ook in het Oosten," zei Haarbaard, "maar om met een vrouwtje te vrijen. Ik schertste en stoeide met het sneeuwblanke schepsel; 't kind was gelukkig met mijn gunst. Wat deed Thonarr ondertusschen?" --"Op een eiland, midden in de zee, heb ik reuzenvrouwen overwonnen: dat was een boos gebroed, waardoor veel volk schade leed." Haarbaard onderbrak hem, en zeide dat het zeer onwaardig werk was met vrouwen te vechten. --"Wolvinnen waren zij," schreeuwde Thonarr, "dat waren geen vrouwen. Zij beschadigden mijn schip, dat ik op stutten had gezet, verdreven mijn dienaar, en kwamen met knotsen op mij af." --"Zoo!"--zeide Haarbaard. "Maar ik zal je eens wat zeggen; bij S
PREV.   NEXT  
|<   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35  
36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>   >|  



Top keywords:
Thonarr
 

Haarbaard

 

ondertusschen

 
Oosten
 

kwamen

 
menschen
 

vrouwen

 

dreigde

 

steenen

 

dooden


zullen

 
vreugde
 

bergreus

 

daarginds

 

hebben

 

elkander

 

anderen

 

Reuzen

 

verschrikkelijke

 
bestormden

beschadigden

 

schreeuwde

 
Wolvinnen
 

onderbrak

 

onwaardig

 

vechten

 

stutten

 
zeggen
 

verdreven

 
dienaar

knotsen

 

schade

 

schertste

 

stoeide

 
sneeuwblanke
 

schepsel

 

vrijen

 
vrouwtje
 

vroegen

 

weldra


gelukkig

 
overwonnen
 

gebroed

 

waardoor

 

reuzenvrouwen

 

eiland

 

midden

 

slecht

 

verlokken

 

Zeestrand