FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85  
86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   >>   >|  
, en verhaalde hem op zekeren dag ook, wat er gebeurde, toen Wodan, Henir en Loge eens gekomen waren bij de beek van Andwari, waarin zeer vele visschen zwommen. Andwari was een dwerg, die de gestalte van een snoek had aangenomen, en zijn voedsel in het water vond. Regin nu had twee broeders, van wie de een Fafner heette en de andere Otter. Deze laatste ging dikwijls in de beek van Andwari en zwom er als een otter rond. Eens had Otter een zalm gevangen en zat met gesloten oogen aan den oever om de visch op te eten. Loge, die juist met Wodan en Henir aankwam, zag hem en wierp hem met een steen en doodde hem. De goden waren zeer verheugd en trokken Otter de huid af. Toen gingen zij verder en kwamen aan de woning van Reidmar. Zij vroegen hem gastvrijheid, en toonden hem den buit, dien zij gemaakt hadden. Reidmar echter, en zijn zonen Fafner en Regin, grepen hen vast, dreigden hen te dooden, en eischten als losprijs voor hun leven, dat zij de geheele huid van den otter met goud zouden vullen, en ook geheel met goud bedekken zouden. Toen zonden de goden Loge uit om goud te halen. Deze ging naar een watergodin en vroeg haar een net ter leen. Toen hij dit gekregen had, ging hij naar de beek van Andwari en wierp het net uit om den snoek te vangen. En de snoek zwom in het net. Loge zeide tot de visch: --"Welk schitterend vischje schiet daar zoo snel door den stroom en is in mijn val geloopen? Kom, ik wil het goud wel eens zoeken, dat zulk een helder licht in uw water verspreidt." Andwari antwoordde hem: --"Ik heet Andwari en ik ben de zoon van watergod Oin. Lang geleden noodzaakte mij het noodlot altijd in het water te leven." Loge echter wist wel, dat Andwari een booze dwerg was, die het goud uit het water had gestolen en het nu als een visch bewaakte. En hij zeide: --"Zoo, zoo, Andwari. Maar als uw leven u lief is, moet gij mij eens zeggen welke straf een sterveling krijgt, die liegt." Andwari sprak: --"Stervelingen worden in Hellestroom zwaar gestraft: hun valsche gezegden sleepen deze gevolgen na zich." Loge nu nam al het goud, dat Andwari bezat. Maar deze wilde een ring achter houden. Loge echter nam hem ook deze af. Toen kroop de dwerg onder een steen en zeide: --"Vervloekt zij de schat. De broeder zal zijn broeder dooden, en verderf zal komen over iederen held, wiens hand dien ring ooit aanraakt." Loge ging met het goud naar de goden, en dezen vulden er de huid van Otter mede op, en legden er
PREV.   NEXT  
|<   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85  
86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   >>   >|  



Top keywords:

Andwari

 

echter

 

Reidmar

 

zouden

 

Fafner

 

broeder

 

dooden

 

geleden

 

noodzaakte

 

gestolen


noodlot

 

altijd

 

aanraakt

 

helder

 

legden

 

zoeken

 

geloopen

 

verspreidt

 
antwoordde
 

watergod


vulden

 
bewaakte
 

sterveling

 

achter

 

gevolgen

 

houden

 

iederen

 

verderf

 

Vervloekt

 
sleepen

gezegden
 

krijgt

 

zeggen

 

gestraft

 
valsche
 
Hellestroom
 
Stervelingen
 

worden

 
gesloten
 

gevangen


zekeren

 

gingen

 

verder

 

trokken

 

verheugd

 

aankwam

 

doodde

 

dikwijls

 

gestalte

 

gekomen