FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  
at doen. Waarachtig, 't is me een waardige godengewoonte!" Frigga, die de vrouw van Wodan is en aan zijn zijde zat, trachtte tusschen beiden te komen. Zij zeide, dat goden niet meer spreken moesten over wat ze vroeger hebben gedaan: men moet niet aan iedereen vertellen wat er ooit is voorgekomen. Loge keek haar aan, knikte en zeide: --"Dan zou ik ook maar niet zeggen, dat gij vroeger zoo begeerig waart naar een man, dat gij Wil en Wei en Wodan alle drie tegelijk hebt omarmd!" Nu kon de twist niet meer worden getemperd. Want zoodra had Freya weer niet partij getrokken voor Frigga, of Loge keerde zich tegen haar en zeide: --"Freya, u ken ik volkomen, aan u ontbreekt geen enkele smet. Waart gij voor alle Asen en Alfen, die hier rondom zitten, niet al ooit eens een nacht 'n vriendelijk vrouwtje?" En zoodra maar een der goden of godinnen een enkel woord sprak om Loge tot zwijgen te brengen, had deze altijd weer zijn woorden klaar. Aan ieder wist hij wat te verwijten. Eindelijk kwam Freyer's dienares, Buigster genaamd, tot Loge, schonk hem een hoorn vol heerlijke mede en zeide: --"Luister eens, Loge, en drink dezen hoorn. Maar laat nu tenminste eens een enkele onder de Asen ongemoeid." Loge nam den hoorn, dronk hem leeg en zeide: --"Dat zou dan Sippia moeten zijn,--als zij maar altijd trouw aan haar man was geweest! Maar ik geloof, dat wel iemand die trouw voor Thonarr heeft bedorven." Hem antwoordde Buigster. --"Loge, wees stil, hoor, de rotsen dreunen: de bliksemslingeraar keert terug van zijn reis. Hij zal u wel leeren rustig te zijn en geen van de Asen te lasteren." Toen zeide Loge: --"Houd je mond, Buigster, vrouw van Beugel,--nooit kwam er een schandelijker wezen in de woning der goden dan jij, veile vrouw!" Daar stapte Thonarr binnen en hij donderde Loge toe: --"Schoft, zwijg,--of anders zal mijn moker Mjoelnir je den mond doen houden." Loge schrok, wees met het hoofd naar de deur, en zeide: --"Daar,--dat kind van Aarde is nog niet binnen, of er wordt al gevloekt!" Toen wendde hij zich tot Thonarr en sprak tot hem: --"Maar gij waagt het toch niet om den wolf te dooden, die Wodan eens verslinden zal!" Hem antwoordde Thonarr: --"Zwijg,--of anders zal mijn moker Mjoelnir je den mond doen houden. Dan neem ik je mee op reis naar het Oosten en gooi je neer langs den weg, waar niemand naar je komt kijken." --"Haha!" lachte Loge, "uw reis naar het Oosten! Kruipt Thonarr
PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  



Top keywords:
Thonarr
 

Buigster

 

anders

 
Mjoelnir
 

houden

 
altijd
 

binnen

 

zoodra

 

enkele

 

antwoordde


vroeger

 
Frigga
 

Oosten

 

moeten

 

leeren

 

rustig

 

Sippia

 

lasteren

 

geloof

 
bliksemslingeraar

rotsen

 

dreunen

 
bedorven
 

geweest

 

iemand

 

Schoft

 

verslinden

 
dooden
 

lachte

 
Kruipt

kijken

 

niemand

 

wendde

 

gevloekt

 
woning
 

stapte

 

Beugel

 
schandelijker
 

donderde

 

schrok


woorden

 
begeerig
 

zeggen

 

voorgekomen

 

knikte

 

tegelijk

 

worden

 

getemperd

 

partij

 

omarmd