FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65  
66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   >>   >|  
n koolzwart kind. Men wiesch het met water, en noemde het Knecht. Voorspoedig groeide het op, maar het had ruwe en doorgroefde handen, zijn rug was krom gegroeid, knoestig waren zijn vingers, en grof zijn gezicht. Het werk, waarmede Knecht zijn kracht ontwikkelde was hakken van hout, boomtakken binden, stammen sleepen, heel den dag. Eens kwam er een vrouw in zijn woning, hinkend op haar bloederige voeten, met eeltige handen en stompen neus. Meid was haar naam. Spoedig werd het midden van de bank voor haar vrij gemaakt, en de zoon des huizes zette zich naast haar neder. Daar lagen, toen het donker was geworden, lachend en pratend, Meid en Knecht. Armelijk woonden zij bij elkander, en kregen vele kinderen. Dat waren kromme en kreupele, plompe, lompe wezens. Zij voederden de zwijnen, groeven turf, en wroetten rond in de aarde. Zoo ontstond de stand der Knechten. Toen Oerman heengegaan was en zijn weg had vervolgd, kwam hij weer aan een huis. De deur lag naast den ingang en Oerman ging naar binnen. Daar zat aan het vuur een vlijtig paar, dat ijverig aan het werk was. Bij den haard stond een houten paal, waarvan de man een gladden weef boom had geschaafd. Zijn vrouw zat naast hem en trok uit het spinnewiel stevige draden. De man, in een kiel gekleed, droeg het haar bij het voorhoofd heel kort geknipt, terwijl zijn vrouw een doek om het hoofd had geslagen, en een halsdoek over haar jak had vastgemaakt. Zoo woonden Afi en Amma bij elkander. Oerman sprak met hen, gaf hun in vele dingen goeden raad, maar stond spoedig op van tafel om te gaan slapen. Hij legde zich midden in het groote bed, en naast hem legde het vlijtige echtpaar zich neder. Drie nachten bleven zij daar bij elkander. Toen ging Oerman heen, en vervolgde zijn reis. Na negen maanden echter kreeg Amma een krachtig kind. Het had een frisch gezicht en vroolijke oogen. Zij wieschen het met water, wonden het in linnen windselen, en noemden het Kerel. Het werk, waarmede Kerel zijn kracht ontwikkelde, was stieren voederen, het veld bebouwen, met wagens rijden, en den ploeg besturen. Eens kwam er een bruid in de woning van Kerel. Aan haar gordel hingen sleutels, en over haar lange kleed van geitevellen droeg zij een mooien mantel. Het meisje heette Snaartje. Zij deelden samen hun bezit, en woonden als echtpaar bij elkander. Zij leefden gelukkig en kregen kinderen. Dat waren stevige, sterke, werkzame jongens,--flinke, vlugge, montere meisjes. Zoo onts
PREV.   NEXT  
|<   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65  
66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   >>   >|  



Top keywords:
Oerman
 

elkander

 

woonden

 
Knecht
 

midden

 
kinderen
 

echtpaar

 

kregen

 

woning

 

waarmede


kracht

 
ontwikkelde
 

handen

 

stevige

 

gezicht

 

voorhoofd

 

groote

 

meisjes

 

bleven

 
slapen

gekleed

 

nachten

 
vlijtige
 

terwijl

 

geslagen

 

vastgemaakt

 

dingen

 
goeden
 

halsdoek

 
geknipt

spoedig

 

vlugge

 

hingen

 

gordel

 
sleutels
 

sterke

 

gelukkig

 
wagens
 

rijden

 

besturen


leefden

 
heette
 

Snaartje

 

meisje

 

mantel

 

geitevellen

 

mooien

 

bebouwen

 

flinke

 

deelden