FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42  
43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   >>   >|  
, dat hij wel wilde gaan visschen, als Hymir zorgde voor het aas. Maar deze antwoordde hem: --"Kunt gij, die bergvolkeren overwint, niet zorgen voor uw eigen aas? Ga naar de kudde: ik dacht, dat gij aan de stieren gemakkelijk aas zoudt ontnemen." Toen stond Thonarr op, liep naar het woud, greep er een os en brak hem den kop af. Den volgenden avond voeren zij in een boot uit op zee. Terwijl de sterke reus voor zich alleen twee walvisschen ophaalde aan den hengel, bond Thonarr, die glimlachte in zijn rooden baard, een lange lijn aan de boot vast, bevestigde er den kop van den os aan en liet dien in het water zakken. Daar in de diepte hapte de door alle goden gevloekte slang, die de landen omslingert, met gapende kaken vratig naar het aas. Geweldig rukte Thonarr toen door het scheurende water en sloeg den draak aan boord van de boot, beukte bonzend zijn hevigen hamer het beest op den schedel. Rotsen dreunden, bergen beefden, en het ondier zonk weer terug in de zee. Toen roeiden zij naar het land. Met vaste vuist hield de reus het roer en hij sprak geen enkel woord, totdat zij aan het land gekomen waren. Daar zeide hij tot Thonarr: --"Het zware werk moeten wij deelen:--wilt gij de walvisschen naar mijn woning brengen, of draagt gij liever de boot?" Thonarr greep de boot, droeg haar, met al het water dat er in was en de roeispanen en alles, en sleepte tegelijk ook de walvisschen door het woudrijke dal naar de woning van Hymir. Thuis was de reus weer vol trots, en verwaand sprak hij tot Thonarr: --"Hoe machtig een man ook moge roeien,--als hij dezen beker niet breken kan is hij toch zwak." De bliksemslingeraar greep den beker, smeet hem tegen de stukgruizelende steenen, wierp hem met woeste kracht tegen de stevige pijlers, die braken als riet,--maar altijd weer nam Hymir den beker heel van den bodem. Toen fluisterde het mooie vrouwtje van den reus Thonarr een bevrijdend geheim in het oor: --"Werp hem tegen Hymirs hoofd,--dat is harder dan de hardste beker." Al zijn godenkrachten vergaarde Thonarr en spande zijn spieren. Als een bliksem vloog de beker en spatte in gruizels over den grond. Hymirs hoofd was heel gebleven. --"Mijn grootsten schat heb ik verloren," jammerde de grimmige reus, "nu kan ik nooit meer zeggen: mijn drank is te warm. Maar ik wil toch wel eens zien of gij mijn grooten ketel uit mijn huis kunt halen!" Tweemaal trachtte Tyr tevergeefs het vat te tillen: stevig stond h
PREV.   NEXT  
|<   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42  
43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   >>   >|  



Top keywords:
Thonarr
 

walvisschen

 

woning

 
Hymirs
 

sleepte

 
kracht
 

steenen

 

woeste

 

altijd

 

pijlers


stukgruizelende

 
braken
 

tegelijk

 

stevige

 

fluisterde

 

verwaand

 

machtig

 

roeien

 

bliksemslingeraar

 
woudrijke

roeispanen

 

breken

 
bliksem
 

zeggen

 

jammerde

 

grimmige

 

grooten

 
tevergeefs
 

tillen

 
stevig

trachtte

 

Tweemaal

 

verloren

 

hardste

 
godenkrachten
 

vergaarde

 

harder

 
vrouwtje
 

bevrijdend

 

geheim


spande

 
spieren
 

gebleven

 

grootsten

 

gruizels

 

spatte

 

ophaalde

 

hengel

 

glimlachte

 

alleen