en ander
tot liefde. Maar als gij een meisje, dat vrij is, tot liefde wilt
lokken en vreugde bij haar wilt vinden, beloof en geef haar dan
schoone geschenken, en nooit geeft gij haar te veel.
Lodfafnir, leer deze wijze les: vertrouw niet te veel op het woord van
vrouwen en meisjes, want op een rollend rad werd haar hart geschapen
en in haar ziel woont wispelturigheid. De liefde van een vrouw met
vluchtigen zin is gelijk aan een tweejarig paard, dat zonder toom,
met onbeslagen hoeven, schichtig over het ijs holt;--gelijk aan een
schip zonder stuur in den storm, en aan een jager op beregende wegen,
die struikelt en uitglijdt op gladden steen.
Lodfafnir, leer deze wijze les: ontvlucht de omhelzing van een
toovervrouw, want zoo zal zij u bedriegen: gij weet niet meer wat
rechters en koningen tot u spraken, gij denkt aan geen eten en
mannenmoed meer en zorgenvol valt gij in slaap. De booze tong van
een vrouw heeft al menigeen leven en hoofd gekost, en haar valsche
woorden sleepen hem in het graf, zonder dat hem schuld treft.
Lodfafnir, leer deze wijze les: sta in den nacht slechts op als er nood
is. Wie alle nachten waakt zal 's morgens zeer vermoeid zijn en toch
dezelfde zorgen vinden. Sta echter vroeg op, als gij weinig werklieden
hebt, want er wordt veel verloren door wie zich verslaapt. Wie eens
anderen mans leven en goed wil verkrijgen moet vroeg opstaan: een luie
wolf verliest zijn prooi, en zoo ontgaat een slapende de overwinning.
Een ieder moet de maat goed kennen van de houtstapels voor zijn
huis, opdat in de wintermaanden zijn voorraad niet opraakt. Een
goede voorraad geeft rustigen slaap, zelfs in den barren herfst,
als het weer wel vijfmaal verandert op een dag, en hoe dikwijls
dan niet in de maand! Met het vermogen, dat een man zich verwierf,
moet hij niet gierig zijn: vaak krijgt een vijand wat men voor
een vriend had bestemd, 't Geschiedt zoo dikwijls anders als men
vermoedde! Een rijke had eens volle schuren,--nu kauwen zijn kinderen
op hun vingers,--rijkdom, de onbetrouwbare vriend, verdwijnt zoo vlug
als een wenk van de oogen.
Hoe klein uw bezit dan ook zij, wanneer gij een huis hebt zijt gij er
meester: een dak van stroo en twee geiten in den stal is beter dan
bedelen. Hoe klein uw bezit dan ook zij, wanneer gij een huis hebt
zijt gij er meester,--alleen bloedt het hart, wanneer men iederen
middag zijn eten moet vragen. Maar niemand behoeft zich te schamen,
die geen goede schoenen en prachtig pa
|