FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  
oofden Freya als loon. In hevige woede ontstak toen Thonarr,--zelden blijft hij op zijn zetel zitten als hij zoo iets hoort,--en verbonden werden verbroken, verdragen vertreden, en de hevige reuzengevechten begonnen. Bange jammer zag ik komen over Balder, Wodans zoon: reeds groeide de misteltak hoog boven het gras uit. Daar wordt de tak een doodend wapen, daar vliegt de pijl, Hader schiet, ik zie het. En Frigga weent in haar zalen om het verlies dat Walhalla leed. De goden reden ter vergadering en hielden raad. Hoe zouden zij de trouweloosheid bestraffen? Welk offer zou den goden vergelding geven? Ik zie ze stevige strengen uit darmen draaien,--en diep in het woud kronkelt gebonden het lijdende lichaam van Loge. Naast haar echtvriend zit Sigyne, de vrouw, en houdt er weenend de wacht. Broeders bevechten, verwanten vermoorden elkander,--geen spaart den ander. Zwaarden schitteren, bijlen bliksemen, schilden splijten, de bodem beeft en overal hoort men van echtbreuk. Het is stormentijd, het is wolventijd voor de wereld vergaat. En over de wolken rijden Walkuren, gereed voor het gevecht. Schuld draagt het schild en naast haar rijden de andere met speren en helmen en schilden. Eens zat ik eenzaam,--daar kwam de oudste der Asen en zag mij diep in de oogen. Wat wilde hij vragen? Wat wilde hij weten? En ik zeide tot hem: --"Wodan, ik weet waar uw oog is gebleven: Mimir drinkt iederen morgen uit Strijdvaders pand. Wie zou de bron van den kundigen Mimir niet kennen." En Wodan, de legerheer, schonk mij gouden schatten voor de wijsheid, die ik, de Wichelares, tot hem sprak. Want diep doorschouwen mijn oogen de wereld. Begrijpt gij mijn woorden? Veel zie ik vooruit, veel kan ik verhalen van wereldeinde en godenondergang. Mijn oogen zien een boom, die Schrikesch heet. En aan zijn heilige wortelen zie ik verscholen liggen Helderwits hoorn, die schallen zal door de godenschemering. Ik zie de wilde wateren bruisen uit Strijdvaders pand. Begrijpt gij mijn woorden? Eene oude zit in het Oosten, in IJzerwoud, en voedt er een gebroed van wolven. Van dezen wordt een de ergste, het maanhondmonster, dat de maan zal verslinden. Hij vreet het vleesch van vermoorde mannen, en bemorst alles met bloed. In volgende zomers zal de zon verduisteren en hevige onweders zullen er woeden. Hoort gij mijn woorden? De stormreus Schrikker zit aan den heuvel en slaat in de harp; waakzame wachter is hij van de oude reuzen. Dic
PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  



Top keywords:
hevige
 

woorden

 

Strijdvaders

 
wereld
 

schilden

 
rijden
 

Begrijpt

 

schonk

 

wijsheid

 

schatten


Wichelares

 
doorschouwen
 

legerheer

 

gouden

 

iederen

 

vragen

 

oudste

 

helmen

 

eenzaam

 
kundigen

morgen

 

drinkt

 
gebleven
 

kennen

 

heilige

 

bemorst

 

mannen

 
zomers
 

volgende

 
vermoorde

vleesch

 

maanhondmonster

 

verslinden

 

verduisteren

 
waakzame
 

wachter

 

reuzen

 
heuvel
 

Schrikker

 

zullen


onweders

 
woeden
 

stormreus

 

ergste

 

Schrikesch

 

speren

 

verscholen

 

wortelen

 

verhalen

 

wereldeinde