FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  
ringen, die glinsteren aan uwe handen, als gij mijn liefde en gunsten verwerven wilt." Veel schuimend bier werd er op het feest geschonken. Thonarr alleen at een os en acht zalmen, en alle koeken, die men klaar gezet had voor de vrouwen, en hij dronk drie emmers mede leeg, hij alleen. Thrym vond dat vreemd, en hij zeide: --"Nog nooit heb ik een bruid zoo gulzig gezien, en geen meisje ooit zooveel mede zien drinken." Maar de sluwe dienares, die aan zijn zijde zat, antwoordde geslepen: "Acht nachten lang gunde Freya zich geen eten: zoo hunkerde haar hart naar Reuzenland." Thrym, die zijn bruid wilde kussen, lichtte nu verlangend haar sluier op. Bijna stoof hij van ontsteltenis de zaal uit en zeide: --"Wat vreeselijk flikkeren Freya's oogen! Als bliksem brandt haar blik!" Maar de sluwe dienares, die aan zijn zijde zat, antwoordde geslepen: --"Acht nachten lang heeft Freya's oog geen slaap gesloten: zoo hunkerde haar hart naar Reuzenland!" Toen stond Thrym op, der Dorstigen vorst, en sprak: --"Brengt mij den hamer om de bruid te wijden, legt Mjoelnir in den schoot van de maagd: dat een onverbreekbaar verbond ons verbinde." Wat lachte van vreugde Thonarrs sterke hart, toen hij zijn bliksemhamer herkende! Thrym trof hij het eerst, daarna versloeg hij gansch het geslacht der Reuzen, heel de bende beukte hij neer. En ook de wintergrauwe Reuzenzuster, die om een bruidsgeschenk gebedeld had, werd door den moker vermorzeld: van Mjoelnir kreeg ze mooie munten--graan-gouden ringen gaf haar de hamer. Zoo kreeg Thonarr zijn hamer terug. Dwerg Weetal wil vrijen Toen Thonarr eens uitgereden was naar het Oosten en den zomer medegenomen had op zijn tocht, was zijn dochter, het vruchtbare zaad, alleen achtergebleven in de macht van de krachten, welke onder de aarde wonen, en een van de dwergen had zich met haar verloofd. De goden hadden dit goed gevonden, want geen van allen had zich om haar bekommerd, acht maanden lang. Zoodra Thonarr terugkwam van zijn reis ging de dwerg naar diens woning om zijn bruid te halen. De banken in zijn steenige aardehuis had hij laten versieren met mos en jonge sprietjes, opdat er een aangename rustplaats voor zijn bruid zou zijn. Thonarr echter zeide hem: --"Wie ben je, bleeke kerel, heb je vannacht naast lijken gelegen? Mij dunkt, dat er iets van reuzenruwheid steekt in je ziel. Hoor eens, jij bent voor die bruid niet geboren." Dat viel den dwerg lang niet
PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  



Top keywords:
Thonarr
 

alleen

 

dienares

 
antwoordde
 

nachten

 
Reuzenland
 

hunkerde

 

Mjoelnir

 

geslepen

 

ringen


geboren

 
Oosten
 

medegenomen

 

vruchtbare

 

krachten

 

achtergebleven

 

reuzenruwheid

 

dochter

 

steekt

 
vermorzeld

gebedeld

 

wintergrauwe

 
Reuzenzuster
 

bruidsgeschenk

 

munten

 

Weetal

 

vrijen

 
gouden
 

uitgereden

 
echter

rustplaats

 

aangename

 

bleeke

 

sprietjes

 
banken
 

versieren

 

steenige

 
aardehuis
 

woning

 

hadden


gelegen

 
verloofd
 

dwergen

 

gevonden

 

terugkwam

 

lijken

 

vannacht

 

Zoodra

 

maanden

 

bekommerd