regt
smakelyken Brief gelezen had. De liefde is al een grappig ding, geloof
ik. 't Schynt dat zy de peinzende vrolyk, en de ydeltuiten statig kan
maken. Mooglyk, om dat zy het levensvonkje in de dikbloedige gestellen
helder doet opflikkeren, en de zorgeloze onverschilligheid der volmaakt
gezonde meisjes iets aan de hand geeft, dat haar van belang genoeg
schynt, om er over te willen denken. Hoe het zy, 't is zeker dat
Juffrouw Willis my nu veel meer bevalt, om dat zy my wat nader komt,
dan wanneer zy met zekere ernsthaftigheid, niet altoos geheel vry van
styfheid en bedilzucht, my myne les voorzegt. Uw Vriend Smit heb ik
regt lief, zo wel om het geen gy van zyne conversatie, als om 't geen
gy my nopens zyne manier van denken omtrent u mededeelt. Ik hoop hem
spoedig wel geplaatst, wel gehuist, en wel getrouwt te zien. Ik beken
dat gy, buiten uw nadeel, een ruim hart hebt, als gy ons, eenzamen in
den lande, zulk een zegen toewenscht. Maak u vrienden, Naatje, door zo
veel gy kunt dien wensch ten uitvoer te brengen. Wat my aangaat: _Pour
moi keen warme Bier_, zei de Franschman; _Pour moi geen man_. Een
flinke bol, om my, zo als ik zeg, te brengen waar ik zyn wil; dat is
wel, doch meer niet. Uw Advocaat is des aan u; geef hem aan haar, die
zo een meubeltje nodig heeft, en laat myn devies zyn: _Vryheid, blyheid_.
Maar om u eens wat zakelykers te schryven, ik heb met Letje uit geweest,
om dat nieuwmodiesch Gaas. Het stuk was byna weg, doch men wagtte alle
daag nog fraaijer, als ook heerlyke Taffen, enz. Men heeft my verzogt
dat te komen zien: en ik heb aanstaanden maandag daar toe bepaalt.
't Is een besloten winkel; men ziet er niets dan een modieus huis,
moderne meubelen, drie zeer wel gemanierde, taamlyk lelyke, reeds wat
bejaarde Demoiselles, die niets dan Fransch spreken: 't kwam wel, dat
ik die taal kende.
In 't naar huis gaan, gingen wy Coos logement voorby, en spraken
Mademoiselle G---- eens toe; die zeer verblyt scheen ons te zien, en
vriendelyk innodigde. Wy voldeden ook aan haar verzoek. Letje vroeg
schielyk of haar Broer niet t'huis was; neen, zei zy, maar hy zal
weldra t'huis zyn. Kom, zei Letje, dan gaan wy zo lang op zyn kamer:
ik volgde, zeer benieuwt zynde, hoe of het toch op de kamer van een
Petitmaitre er mogt uitzien. Naatje! nooit hebt gy zo een huishouden
gezien! myn oog viel eerst op zyn toilet, dat in de volmaakste
desordre lag. Poeijer en Snuif bedekten alles. Hairkammen,
Wenkbrauwkammetjes, verscheid
|