elachtige verdiensten, dan dat schriftje bevat. Dit van stukje
tot beetje aan te tonen, is beneden myne aandagt. Ditmaal vergeef ik
u alles, op deeze voorwaarden: "dat gy my hier over nooit meer
spreekt;--zelf verbied ik u, my voor deeze gekheden om excuus te
vragen; en dat gy; is 't mooglyk, door dit geval poogt wyzer te
worden, en wat beter uwe eigen waarde te berekenen."
Zo gy hier toe geen geneigtheid hebt, dan zult gy u moeten laten
welgevallen, dat ik u zo, en op dien afstand behandel, als een
fatsoenlyk Meisje een verwaanden, of wilt gy lastigen, knaap altoos
moet behandelen. Uwe Zuster is myne lieve vriendin, maar zy zo wel als
ik begrypt, dat dit geen reden zyn kan, waarom ik zoude moeten
geplaagt worden door een Borstje, dat geen geest genoeg heeft, om my
met zyne Missives ook slegts te diverteeren. Spreek des nergens van;
en ik zal alles vergeten: want zo gy in dit opzicht maar wyzer wordt;
zyt gy een vry draaglyk Heertje; en ik geef de hoop nog niet op, om my
eens met meer reden te kunnen noemen
_Uwe genegene Vriendin_:
S. B.
DRIE EN VIJFTIGSTE BRIEF.--Wed. Spilgoed schrijft aan Blankaart:
Saartje is allerliefst! En nu is er een meneer, zekere Hendrik
Edeling,--die de wed. zelf uit den brand geholpen heeft--een braaf
man--die naar Saartje vrijt. Hij is knap, 27 a 28 jaar, goed
gemanierd. Staat Blankaart nadere kennismaking toe? Sara spot
er wat mee en wil nog niet trouwen, maar de wed. wil zekerheid.
VIER EN VIJFTIGSTE BRIEF.--Cornelis Edeling wenscht zijn broer succes:
geduld maar en volhouden. Gemakkelijk zal 't niet gaan, maar toch
gaan. Hij is haast jaloersch en als hijzelf zijn Jaantje niet had,
wie weet.
VIJF EN VIJFTIGSTE BRIEF.--Anna Willis vertelt van haar uitstapje met
Smit. Ze zijn o.a. in Schiedam geweest en hebben _jenever geproefd_.
Smit werd opgewonden. Schiedam is een gat. Smit heeft intusschen een
erfenis gekregen en nu zal Anna met haar besten vriend gaan trouwen.
Hun liefde berust op _achting_ en _vriendschap_. Zij raadt Sara aan
den advokaat _Fine Mouche_ te nemen, maar dan moet ze er gauw bij
zijn. Hij is zeer gewild en _ijvert voor de rechten der vrouw_. Smit
ijvert voor de _nieuwe psalmberijming_.
ZES EN VIJFTIGSTE BRIEF.
MEJUFFROUW SARA BURGERHART AAN MEJUFFROUW ANNA WILLIS.
_Lieve Willis!_
Allemaal menschen!--dit zeide ik, toen ik uwen vrolyken en my zo
|