FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91  
92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>   >|  
EN ZEVENTIGSTE BRIEF.--Papa Edeling schrijft aan Blankaart; van dat huwelijk kan niets komen. Hendrik is _Luthersch_, zij niet. Afgeloopen. ZEVEN EN ZEVENTIGSTE BRIEF. DE HEER ABRAHAM BLANKAART AAN MEJUFFROUW ZUZANNA HOFLAND. _Mejuffrouw!_ Wel, hoe hebben wy het toch met elkaer? ryd je de witkwast, of maalt je de geest? Denk jy, dat ik zo maar op een dag heen en weer zo eens over kan komen, om u te zeggen, dat gy Juffrouw Saartje haar Linnen en Muziek zendt? Was het Briefje niet zo beleeft, als er een in heel Amsterdam te vinden is? Wie hagel hoort er van? 't Is immers het kind zyn eigen goed. De Guitar heb ik haar zelf uit Londen meegebragt, toen zy, tien jaar was; hy kost my verscheide Guinees; maar hy is ook al wat je horen kunt, zeg ik je. Wat doe je toch met haar Clavier; speelt Bregt met haar styve dikke stompen er somtyds eens een deuntje op, als zy dronken is; en dans jy dan met Broer smulpaap, als er zo een klein verheugingje is? Wat praat gy toch van nog wat te rekenen of te verrekenen: zwyg er maar dood stil van, of ik zal u anders spreken. Weet je wat je krygen zult? Net twee nieten in een bodemloos mantje; en Bregt om een oortje raakwat, voor een vervalletje: Broer kan zo veel knokkel oly krygen als hy t'huis kan brengen: Dan zult gy wel _voldaan_ willen tekenen? Wat zegt gy nu van Abraham Blankaart? Maar wat hoor ik, Zanneke, ga je trouwen met een Heer, die alle daag in zyn Japon by u komt? Ik kan wel denken, wie of er op u smoel heeft[1]; wie anders dan de Broeder? Nu geluk, er is maar een paar bedorven. Evenwel, als ik zo alle ouwe dingen overdenk, dan beklaag ik u toch. Wy hebben immers menigmaal eens een pretje gehad, en je hoorde my toen zo graag zingen van: "Toen onze Pau in 't Leger kwam." Waaragtig, Zanne, de Fynen lopen op uw zak, meid! ze zullen je zo arm maken als een Mier. De duivelsche gierigheid heeft u gefopt, en de kweeslary zand in de oogen gestrooit. Neem dan dien Drasboek niet; ik zal wel een ander opschommelen, als ik in de stad kom. Nu hebt gy order van my, om Saartjes goed te zenden. Ik blyve _UWEd. Dienaar _, ABRAHAM BLANKAART, Noot: [1] Zin in je heeft. ACHT EN ZEVENTIGSTE BRIEF.--Wed. Spilgoed aan Blankaart: Sara en Hendrik houden haar beiden op de hoogte. Ze deelt hem nu uitvoerig een gesprek mee over het _Buitenleven_. Sara vindt zich daar te
PREV.   NEXT  
|<   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91  
92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>   >|  



Top keywords:

ZEVENTIGSTE

 

Blankaart

 

Hendrik

 
ABRAHAM
 

immers

 

anders

 

krygen

 

BLANKAART

 
hebben
 

beklaag


menigmaal

 
pretje
 

willen

 
zingen
 

hoorde

 

overdenk

 

Abraham

 
trouwen
 

Broeder

 

Zanneke


voldaan

 
Evenwel
 

denken

 

dingen

 

tekenen

 

bedorven

 
gierigheid
 

Dienaar

 
Saartjes
 

zenden


Spilgoed

 

houden

 

Buitenleven

 

gesprek

 
uitvoerig
 
hoogte
 
beiden
 

opschommelen

 

zullen

 

Waaragtig


gestrooit

 

Drasboek

 
duivelsche
 

gefopt

 

kweeslary

 

Muziek

 
Linnen
 

Briefje

 

Saartje

 

Juffrouw