FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119  
120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   >>   >|  
zeer hart, myne Letje. Maar wie is die Ligtmis? de man in de maan, geloof ik; uw Broer is een brave Jongen; de Heer R. staat bekent voor een zeer ordentelyk man; en met wie anders heb ik ooit (want Edeling is buiten alle bedenking,) den minsten ommegang gehad? Och, met niemand! Nyd, die my bekladt, gooit ook zeker dit lak op den Heer R., die my nimmer reden gaf om hem te schuwen: maar de smart, die dat monster my aandoet, is te groot, om daar ook eenen man, die my altoos met de grootste achting behandelde, in te doen delen. Onze dierbare Vriendin zelf vindt hem onberispelyk; en, zo zy niet geheel in het belang van den waardigen Edeling was, dan zou zy mooglyk zyn gedrag een nog beter naam geven. Ik heb vermoedens.... maar neen!... dat zou al te slegt, al te verfoeilyk zyn.--Hoe 't zy, ik heb een gerust geweten; ik heb my van vele dwaasheden te beschuldigen; doch ondeugden zyn my vreemt.--Ik moet geduld hebben. Ik ga wat spelen, om te zien of ik my zelf kan opheffen uit deeze verslagenheid. * * * * * Daar ben ik al weer; 't lukt niet! Ik beef, zo aangedaan ben ik. Hemel! verdagt te worden van zulk een man.... * * * * * _'s Nagts, half twaalf._ Nu, myne liefde, heb ik u veel te schryven. Ik heb de goedaartige Lotje verzogt naar bed te gaan, om dat ik noodwendig schryven moest. De zoete ziel stonden de tranen in de oogen, "om dat zy merkte, dat ik droevig was; en dat onze Vriendin en ik niet zo waren, (zei zy) als altoos; och dat deedt haar zo leet." Heeft zy niet een recht lief hart, Letje? Nu, ik zal haar ook altoos voorstaan, en te regt helpen. Van middag viel er niets voor, dan dat Hartog vroeg, of de Heer Edeling hier niet meer aan huis kwam; waar op Juffrouw Buigzaam antwoordde: dat hy, om zaken van grote aangelegenheid, uit de stad was; er byvoegende, dat zy hem waarlyk altoos met genoegen zag. _Juffrouw Hartog_. Ja, 't is een zoete prater; hy weet nog zo wat oppervlakkig mee te doen; schoon ik in 't eerst groter denkbeelden van zyn verstand had, dan nu. _Juffrouw Buigzaam_. Ik geef my niet uit voor een vrouw van veel kundigheden, om dat ik te wel weet, hoe ik er mede sta: maar my dunkt, dat de Heer Edeling een verstandig belezen man is, en zyn gezelschap overwaardig. _Ik_. Ja, ik heb misschien geen kennis van verstand, maar zo hy een Uilskuiken is, dan moet een man van verstand een schepzel zyn, daar ik niets van begryp; en ik zou
PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119  
120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   >>   >|  



Top keywords:

Edeling

 
altoos
 

verstand

 

Juffrouw

 

Buigzaam

 

Vriendin

 

Hartog

 

schryven

 

verzogt

 

helpen


goedaartige

 

voorstaan

 

droevig

 

middag

 

merkte

 

stonden

 

tranen

 

noodwendig

 

Uilskuiken

 

prater


oppervlakkig

 

byvoegende

 

verstandig

 

waarlyk

 

genoegen

 

kundigheden

 

denkbeelden

 

groter

 

schoon

 

aangelegenheid


kennis

 

begryp

 
schepzel
 
misschien
 

overwaardig

 

liefde

 

belezen

 

antwoordde

 

gezelschap

 

geduld


nimmer

 

schuwen

 

bekladt

 

monster

 

behandelde

 

dierbare

 

achting

 

grootste

 

aandoet

 
niemand