FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102  
103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   >>   >|  
bevalligste meid, die ooit met een paar schone oogen de halve waereld in oproer stelde?--Gek, ja, stapel zot ben ik na haar; en ik moet myn rol van Huichelaar spelen, om haar ooit zo naby te komen, dat ik haar kan inluisteren: _ik bemin u_. Vrouwen, Vrouwen! Wat staat er niet voor uwe rekening! Nu, wy zullen afrekenen, myn trotsch Meisje! dat: "ik snuif niet; ik neem nooit geen presenten aan:" zult gy my betalen. Dit is de eerste oorvyg, welke myne eigenliefde, die waarlyk tegen de uwe wel opmag, nog ooit van eene schone hand ontfing. En ben ik niet een schone vent? Kan ik niet beuzelen met de zottinnetjes? redeneeren met de wysneusjes? Erger ik ooit een Vrouw, die achting verdient, door het allerminste dubbelzinnig woord? Sloeg ik ooit taal uit, die _blozen doet_; (ook maar uit welstaans halve?) Er moet een eind aan komen: zo leef ik eigenlyk niet. Maar welk een einde? Vraagt gy dat, Ligtmis? Ik een man van geboorte, van middelen; zy een Burgermeisje, met een stuiver goed? Gy zyt een driedubbelde Uilskop; of gy wilt my aan 't praten krygen. Trouwen? Zyt gy dan razent dol? Ik zal, denk ik, tot zulk een disperaat uiterste nooit komen. _Vryheid is de prikkel der liefde_: dit weet gy is myne spreuk. Als myne Maitres zal zy _Sultane Favorite_ zyn; maar myn Wyf! Wel foei! Zie daar, dat was al reden genoeg, by _un homme de mon gout_, om haar ondraaglyk te vinden. Trouw gy haar over een maand of vier. Zo lang, dunkt my, zal ik haar beminnen kunnen, en gy zult myne genietingen nieuw leven byzetten, door my die dan wat moeilyk te maken. Gy weet wel, "dat een Ligtmis geen recht heeft op eene eerlyke Vrouw?" Nu, gy hebt haar eens gezien; maar ik verdelg u van den aardbodem, zo gy haar in 't eerste half jaar weer ziet. o Liefde, liefde! maar welk een deugeniet ik ook omtrent de Vrouwen ben, ik zal myne drift, die alleen op myn eigen vermaak uitloopt, met uw gewyden naam niet opkwikken! Zotte vooroordelen! Krassen in de Lei door een bigotten Praeceptor daar in gekraaut, anders niet. Hoe zeit myne Hartog: _geluk is deugd_. Wel zie, Jan, was zy zo lelyk niet, ik gaf haar nog de een of andere keer een kusch voor dit Zedekundig regeltje. Laten wy toch ons Ongeloof als helden beleven, en den Duivel niet voor niets dienen. Nu, myne koets staat gereet; ik ga haar halen: de Dame, daar zy by logeert, heb ik ook door haar verzogt. o Ik weet wel, dat die niet uitgaat op zulke partytjes! En de malle meid, die er by was, ook! nu dat bruit nog
PREV.   NEXT  
|<   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102  
103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   >>   >|  



Top keywords:
Vrouwen
 

schone

 

eerste

 

Ligtmis

 
liefde
 

Liefde

 
deugeniet
 

eerlyke

 
gezien
 
verdelg

aardbodem

 

beminnen

 

vinden

 

ondraaglyk

 

moeilyk

 
byzetten
 
omtrent
 

kunnen

 

genietingen

 
beleven

helden

 

Duivel

 

dienen

 

Ongeloof

 

regeltje

 

Zedekundig

 

gereet

 

partytjes

 
uitgaat
 
verzogt

logeert

 
opkwikken
 

vooroordelen

 

Krassen

 

gewyden

 

alleen

 

vermaak

 
uitloopt
 

bigotten

 
Praeceptor

andere

 

anders

 

gekraaut

 
genoeg
 
Hartog
 

praten

 

eigenliefde

 

waarlyk

 

oorvyg

 

presenten