FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120  
121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   >>   >|  
een ducaat geven, om zo een man van verstand eens te zien. _Juffrouw Lotje_. Heden, Juffrouw Hartog, je waart evenwel de laatste reis zo in de weer, om hem tegen te spreken; was dat sop dan de kool wel waart? Zie, ik ben nou maar een eenvoudige sloof, maar daar zou ik my nog te wys toe rekenen. _Juffrouw Hartog_. Ja, Edeling weet zeker genoeg, om met onze Sex zo wat voort te komen; doch dat hy geen vogel van de verhevenste vlugt is, heb ik al gezien. _Juffrouw Buigzaam_. Mooglyk is Uwe van gedagten, dat elk, die zich niet met het air van Ongeloof voordoet, een lagen geest is; en dan is voor my niets raadzelagtigs in deeze uwe zeer vreemde gedagten over deezen waardigen jongen Heer. _Juffrouw Hartog_, (_schamper lachende_). "Aan de vruchten zal men u kennen," zegt de Bybel, en dat is immers waar? _Juffrouw Lotje_. Heer, Juffrouw, gelooft Uwe dan in den Bybel? Gy zei laatst, weet gy? op dien Zondag, toen ik zo zat te lezen in myn nieuwe Psalmen, dat de Bybel een mooi sprookje was; (_zy werdt root_;) ja, of gy root wordt, 't is evenwel zo, Juffrouw. _Juffrouw Buigzaam_. Ei lieve, Juffrouw Lotje, moei u daar nu niet mede, om my plaisier te doen, Liefde! Is dit zo, Mejuffrouw Hartog, dat smart my; en ik danke Gode, dat ik nooit myne bekwaamheden heb willen tonen, in voor te wenden, dat ik niets geloofde; daar ik my niet in staat gestelt had, om wel te kunnen oordelen. _Juffrouw Hartog_. Elk zyne verkiezing, en ik verzoek die vryheid, die ik u laat. Gy schynt zeer gecoeffert met uw Vriend; en vriendschap vermag veel; doch dewyl ik de vriendschap van zo een eigenwys Heertje niet begeer, is myn oordeel te vryer. _Ik_. Eigenwys Heertje! die uitdrukking is niet verpligtent[1]. _Juffrouw Hartog_. Hoe! is de Heer Edeling dan uw vriend ook? (_my spottig aanziende_.) _Ik_. Mooglyk verdient gy geen antwoord, doch ik zal beleeft zyn; ja, hy is myn vriend; en ik vind my met zyne vriendschap zeer vereert. _Juffrouw Hartog_. Dat kan ik wel begrypen; en die vriendschap doet _u_ ook veel eer. _Ik_. Zy zou zeker u niet tot schande, en nog veel minder tot verdriet strekken, indien _gy_ ten minsten genoeg hadt aan zyne vriendschap, (_zij werdt bleek_.) Kent gy den Heer Blankaart, Mejuffrouw Hartog? (_haar sterk aanziende_.) _Juffrouw Buigzaam_. Heden; Liefde! wat vraag is dit nu ook? _Ik_. Juffrouw Hartog zal my, vrees ik, verstaan. _Juffrouw Hartog_. Nooit hoorde ik, dat men vreesde verstaan te zullen worden
PREV.   NEXT  
|<   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120  
121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   >>   >|  



Top keywords:
Juffrouw
 

Hartog

 

vriendschap

 
Buigzaam
 

gedagten

 

Mejuffrouw

 

Liefde

 

aanziende

 

vriend

 

Heertje


Mooglyk

 
verstaan
 

Edeling

 
evenwel
 
genoeg
 

verzoek

 

vryheid

 

verkiezing

 

oordelen

 

zullen


schynt

 

Vriend

 

gecoeffert

 

worden

 

wenden

 
hoorde
 

willen

 

bekwaamheden

 

vreesde

 

gestelt


geloofde

 

kunnen

 
minder
 

antwoord

 

schande

 

verdient

 

verdriet

 

strekken

 

spottig

 

beleeft


vereert
 
indien
 

eigenwys

 

begrypen

 

vermag

 
begeer
 

uitdrukking

 
verpligtent
 
Eigenwys
 

minsten