orresstraat.
HOOFDSTUK XXIII
Slaapdronken.
Den volgenden dag, 10 Januari, hervatte de Nautilus haar tocht weer
onder water, maar met zulk eene snelheid dat ik haar op niet minder
dan 35 kilometer in het uur schatte. De snelheid van de schroef was
zoo groot dat ik de omwentelingen niet tellen kon.
Als ik er aan dacht dat deze voortreffelijke electrieke machine,
beweging, warmte en licht aan de Nautilus schonk, en haar bovendien
nog verdedigde tegen aanvallen van buiten, zoodat het vaartuig in
eene heilige ark veranderd werd, welke niemand kon aanraken zonder
verpletterd te worden, kende mijne bewondering geene grenzen meer,
en van de machine ging die over op den bouwmeester, die dit alles
gewrocht had.
Wij liepen recht naar het westen en den 11den Januari voeren wij om
Kaap Wessel, die op 135 deg. O.L. en 10 deg. N.B. de westpunt van de golf van
Carpentaria vormt. Er waren nog tal van klippen, doch zij lagen verder
uit elkander, en waren op de kaart met buitengewone nauwkeurigheid
aangeteekend. De Nautilus vermeed gemakkelijk de branding van Money
aan bakboord, en de klippen Victoria aan stuurboord, en bleef den
tienden parallel volgen.
Den 13den Januari kwamen wij in de zee van Timor, en de kapitein
verkende het eiland van dien naam op 122 deg. O.L. Dit eiland, dat eene
oppervlakte heeft van 36000 vierkante kilometer, wordt door radjah's
bestuurd. Die vorsten noemen zich zonen van krokodillen, dat is te
zeggen van de hoogste geboorte waarop een sterveling aanspraak kan
maken. Ook wemelt het van die dieren in de stroomen van dit eiland,
waar zij bijzonder vereerd worden. Men beschermt en vereert ze,
men bidt ze aan en voedt ze; men geeft hun zelfs jonge meisjes ten
voedsel, en wee den vreemdeling, die de hand aan een dier gewijde
monsters slaat.
Maar de Nautilus had niets met die leelijke dieren uit te staan. Timor
was voor een oogenblik slechts zichtbaar, namelijk om twaalf uur, toen
de eerste stuurman de hoogte der zon nam. Ook zag ik slechts even het
kleine eiland Rotti, dat tot dezelfde groep behoort, en welks vrouwen
op de Maleische slavenmarkten een grooten naam van schoonheid bezitten.
Van nu af richtte de Nautilus zich naar het zuidwesten, en zette
koers naar den Indischen Oceaan. Waar zou de kapitein ons nu heen
voeren? Zou hij de Aziatische kust weder opzoeken, of zou hij naar
Europa gaan? Dit was niet zeer waarschijnlijk van iemand, die het
bewoonde land vermeed. Zou hij den steven zuidw
|