FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   >>  
id te weeg bracht. Ik voelde hem den pols; deze was tusschenpoozend, het uiteinde zijner ledematen werd reeds koud, en ik zag dat de dood naderde, zonder dat het mogelijk was er iets tegen te doen. Toen ik den ongelukkigen verbonden en goed gelegd had, keerde ik mij naar den kapitein. "Hoe is deze wond toegebracht?" vroeg ik hem. "Wat doet dat er toe?" was zijn ontwijkend antwoord. "Een schok van de Nautilus heeft een der hefboomen van de machine doen breken, en deze man werd er door getroffen. De stuurman stond naast hem, hij wilde hem met zijn lichaam beschermen.... Een broeder, die zich voor zijn broeder, een vriend, die zich voor zijn vriend opoffert; wat is eenvoudiger; het is eene algemeene wet op de Nautilus. Maar wat zegt gij van zijn toestand?" Ik aarzelde om te spreken. "Gij kunt gerust spreken," zeide de kapitein, "die man verstaat geen Fransch." Ik keek den gewonde nog eens aan, en antwoordde: "Die man zal binnen twee uur dood zijn." "Kan niets hem meer redden?" "Niets." De hand van den kapitein wrong zich krampachtig samen, en eenige tranen sprongen hem uit de oogen, welke ik niet dacht dat ooit tranen konden storten. Ik beschouwde nogmaals den stervende, wiens leven langzaam wegvlood; zijne bleekheid werd nog vermeerderd door het electrieke licht, hetwelk dit doodbed bescheen. Ik vestigde het oog op het schrandere gelaat, waarin tal van rimpels, door het ongeluk, misschien door de ellende gegrift waren. Ik trachtte door te dringen in het geheim van dit leven door middel, van enkele woorden, welke over zijn lippen kwamen! "Gij kunt vertrekken, mijnheer Aronnax," zeide kapitein Nemo. Ik liet den kapitein in de hut van den stervende en ging ontroerd van dit tooneel naar mijne kamer. Ik werd gedurende den ganschen dag door sombere voorgevoelens gekweld. Dien nacht sliep ik slecht, en in mijn dikwijls afgebroken slaap meende ik in de verte te hooren zuchten en lijkzangen zingen. Was dit soms het gebed voor stervenden in die taal, welke ik niet begreep? Den volgenden morgen ging ik op het plat; de kapitein was er reeds; toen hij mij zag, kwam hij naar mij toe. "Mijnheer de professor," zeide hij, "hebt gij lust om heden eene wandeling onder zee te maken?" "Met mijne makkers?" "Als zij lust hebben." "Wij zijn tot uw dienst, kapitein." "Ga dan uwe scaphanders aandoen." Van den stervende werd er niet gesproken. Ik ging naar Ned Land en Koenraad, en deelde hun des kapitei
PREV.   NEXT  
|<   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   >>  



Top keywords:

kapitein

 

stervende

 

Nautilus

 

spreken

 
vriend
 

broeder

 

tranen

 
misschien
 

ellende

 
gekweld

gegrift

 
waarin
 

gelaat

 

schrandere

 
ongeluk
 

slecht

 

rimpels

 

voorgevoelens

 

woorden

 

lippen


kwamen

 

mijnheer

 

dikwijls

 
Aronnax
 

enkele

 

ontroerd

 
gedurende
 

trachtte

 

ganschen

 

vertrekken


dringen

 

middel

 

geheim

 

tooneel

 
sombere
 

dienst

 
hebben
 

makkers

 

deelde

 
Koenraad

kapitei

 

scaphanders

 
aandoen
 

gesproken

 
zingen
 

vestigde

 
stervenden
 
lijkzangen
 

zuchten

 
meende