1 vg., en bij Wijnne,
Geschiedenis van het Vaderland 1879, 5de Druk, bladz. 68.
[90] "Optarem esse Christi martyr, si vires ipse suppeditet; Lutheri
martyr esse nolim." Uit de Spongia tegen Von Hutten bij Le Clerc, X 1631
vgg. Bij Drummond, II 142.--Zie ook de plaatsen in den brief van 1523
aan paus Adriaan VI, bij Le Clerc No. 649, waar Erasmus schrijft
desnoods "ten koste van zijn leven" de zaak van Christus tegen Luther te
willen bevorderen; en van de scheuring in de christenheid: Ik zou niet
aarzelen mijn leven te laten, zoo ik de openbare krankheid daardoor
heelen kon!"
[91] Geschiedenis van het standbeeld van Erasmus, bij Jacobus Scheltema,
1817, Mengelwerk Ia 101 vgg., I 258 vg.
[92] Louvre-Muzeum, Salon Carre No. 201.--Gravure naar dit portret bij
Paul Mantz, Hans Holbein, bladz. 60.
[93] Erasme precurseur de l'abbe de Saint Pierre, bij Durand de Laur, II
501 vgg.
[94] Geschiedenis dier uitgaaf bij Drummond, I 307 vgg.
* * * * *
ERASMUS
SAMENSPRAKEN
* * * * *
CHARON
De veerman van de onderwereld.
PERSONEN: CHARON EN ALASTOR, DE WREKENDE GENIUS.
Deze dialoog, waarin wezens uit de Grieksche fabelleer door Erasmus
sprekend worden ingevoerd, is geheel geschoeid op de leest van een
dialoog van den Griekschen schrijver Lucianus. De knorrige Charon,
die de schimmen der dooden over de rivier de Styx naar hun eeuwig
verblijf moest voeren, houdt een gesprek met een boozen Genius. Hun
samenspraak is een scherpe satire op de heerschzucht en den
twistlust der vorsten en machthebbers van dien tijd, die aangehitst
door de intriges en 't winstbejag der priesters en monniken overal
strijd en oorlog trachtten te verwekken. Erasmus zelf
karakteriseert in zijn betoog "Het nut der Samenspraken," deze
dialoog met de volgende woorden: "In Charon verfoei en vervloek ik
den oorlog tusschen de Christenen."
CHARON: Wat heb jij een geweldige haast, Alastor?--ALASTOR: Dat is net
goed dat ik je tref, Charon. Ik haastte me juist naar je toe.--CHARON:
Wat voor nieuws is er?[1]--ALASTOR: Ik breng een bericht dat u en de
koningin der onderwereld recht veel plezier zal doen.--CHARON: Nu, zeg
dan op wat je komt brengen, ontlast je!--ALASTOR: De Schrikgodinnen
hebben even behendig als gelukkig haar taak vervuld: alle deelen van de
aarde hebben ze met helsche kwellingen bezocht, met twee
|