gruwelijkste wijze
werd gepijnigd. In die richting wordt dus gewerkt. Maar bij de volgende
duivelbanning gebeurt iets lachwekkends.--THOMAS: Zeg eens, wat
dan?--ANSELMUS: Toen Faunus de schim had opgeroepen, springt Polus, die
de rol van den kwelgeest speelde, vooruit alsof hij in den kring wil
binnendringen: en toen Faunus zich daartegen met zijn banspreuken
verzette en een massa wijwater sprenkelde, riep eindelijk de kwelgeest
uit, dat hij om dat alles geen cent gaf. "Je hebt," riep hij uit,
"verboden omgang gehad met een meisje, en nu ben je in mijn macht."
Terwijl Polus dit slechts uit de grap zei, bleek het dat hij toevalliger
wijze de waarheid had gezegd. Want op den duivelbanner maakte dit
grooten indruk en hij trok zich binnen in zijn tooverkring terug en
fluisterde den kapelaan iets in het oor. Polus ging, toen hij dit
merkte, een weinig achteruit, om niet af te luisteren wat hij niet mocht
hooren.--THOMAS: Polus speelde de rol van kwelgeest op vrome en
bescheiden wijze.--ANSELMUS: Ja zeker. Want zijn handelwijze had berispt
kunnen worden, in zooverre dat hij de betamelijkheid wat uit het oog
verloren had. Hij hoorde intusschen de stem van den pastoor die zei dat
Polus eenige boete moest doen.--THOMAS: Welke boete?--ANSELMUS: Dat hij
drie maal 't Onze-Vader moest bidden, waaruit hij opmaakte dat Polus in
dien eigen nacht drie malen 't meisje gezoend had.--THOMAS: Dat was een
ordebroeder buiten de orde!--ANSELMUS: Och, 't zijn ook menschen en een
mensch kan struikelen!--THOMAS: Nu, en verder?--ANSELMUS: Faunus keert
weldra nog woedender naar den rand van den kring terug en daagt den
kwelgeest uit. Maar gene tracht, allengs weer schuw geworden, steeds
terug te wijken. "Gij hebt mij verschalkt," zeide hij; "als ik
verstandig geweest was, had ik u niet moeten waarschuwen." Ge weet dat
veel menschen meenen dat 't geen men eenmaal aan een priester heeft
gebiecht, geheel uit 't geheugen van den duivel is uitgewischt, zoodat
deze er nooit meer gebruik van kan maken.--THOMAS: Een kostelijke
grap!--ANSELMUS: Maar om nu eindelijk 't verhaal te besluiten: gedurende
eenige dagen werden op die manier met de schim gesprekken gehouden. Ten
slotte kwam het hierop neer: de geestenbezweerder, die vroeg of de schim
op de een of andere manier van zijn kwellingen kon worden verlost, kreeg
van deze ten antwoord, dat dit wel kon wanneer 't door bedrog verworven
geld, dat hij ergens op een plaats verborgen had achtergelaten, werd
terug
|