k 't geld uitbetaald om daarvan de potten,
glazen, houtskool en al het andere te koopen, wat moest dienen om de
werkplaats in te richten. Dat geld bracht onze goudzoeker lekkertjes
zoek met wijntje en Trijntje en dobbelspel.--PHILECOUS: Dat is de rechte
manier om de gedaante der dingen te veranderen.--LALUS: Toen Balbinus er
op aandrong om het zaakje nu eens flink aan te pakken, zei de ander:
"Ken je het spreekwoord niet: een goed begin is 't halve werk? 't Heeft
heel wat voeten in de aarde om zijn stof goed voor te bereiden."
Eindelijk begon hij het fornuis gereed te maken. Maar nu was er weer
opnieuw goud noodig, als een lokvink voor 't goud dat komen moest.
Immers, evenmin als men visch vangt zonder aas, zoo komt ook geen goud
bij de alchemisten voor den dag, zonder dat er eerst een deel goud bij
gedaan wordt. Intusschen ging Balbinus geheel op in zijn berekeningen.
Hij rekende uit, als een ons goud vijftien onsen opbracht, hoeveel winst
er dan wel komen moest van tweeduizend onsen. Zooveel toch had hij
besloten in de zaak te steken. Toen de goudmaker ook dit geld er had
doorgelapt en al een paar maanden voor de leus druk bezig was geweest
met blaasbalgen en houtskool, hield hij, op een vraag van Balbinus of 't
zaakje wat vorderde, eerst zijn mond. Toen de ander aanhield antwoordde
hij eindelijk: "Zooals het steeds gaat met gewichtige zaken: 't begin is
daarbij altijd moeilijk." Hij voegde er als verklarende reden bij, dat
hij zich vergist had in 't koopen van houtskool. Hij had houtskool van
eikenblokken gekocht en ze had van dennenhout moeten wezen of van
hazelaarshout. Daarmee waren nu honderd goudstukken naar de maan en hij
had er des te lustiger op losgedobbeld. Opnieuw werd er geld gegeven: de
kolen werden verwisseld. En nu werd de zaak met grooteren ijver
aangepakt dan te voren. Het ging onzen goudzoekers als soldaten in den
oorlog, die wanneer 't hun tegenloopt, door grootere dapperheid hun
tegenspoed trachten te herstellen. Toen nu in de werkplaats eenige
maanden achtereen gestookt was, de geboorte van het goud met den dag
werd verwacht en er geen greintje goud meer in de retorten te bespeuren
was (want dat had onze alchemist alles doorgebracht) moest er weer een
andere uitvlucht worden uitgedacht. Het heette nu: de glazen die hij
gebruikt had waren niet zoo van pas geweest als ze wezen moesten. Want,
zooals niet elk hout timmerhout is, zoo maakt men ook geen goud in 't
eerste 't beste glas. Maar, hoe meer men
|