FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86  
87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   >>   >|  
ijk een zwijn gelijkt, maar langzamerhand wat beter wordt, dan iemand die met den dag liederlijker wordt, omdat wij onaangenaam tegen hem zijn. Wat zou je er van zeggen wanneer ik eens voorbeelden aanhaalde van echtgenooten, die door zoo'n vriendelijke bejegening hunne vrouwen hebben verbeterd? Hoeveel te meer moeten wij dan 't zelfde doen tegenover onze mannen?--XANTIPPE: Als je dat doet, dan zul je een voorbeeld aanhalen geheel anders dan _mijn_ man is.--EULALIE: Ik heb kennis aan een heer van adel, geleerd, een man van een allerbeminnelijkst karakter. Hij had een jong vrouwtje getrouwd, zeventien jaar oud, altijd op 't land, in 't huis van haar ouders opgevoed, zooals adellijke heeren graag op 't land wonen om de jacht en de vogelvangst. Hij wilde juist graag een ongevormd en onontwikkeld meisje huwen om haar des te meer naar zijn zin te kunnen zetten. Hij begon haar in letterkunde en muziek te onderrichten en haar langzamerhand te gewennen hem 't geen zij in de kerk had gehoord te vertellen. Hij begon haar door allerlei wetenswaardigheden te ontwikkelen, die haar later van nut zouden kunnen zijn. Daar dit alles voor 't jonge ding vreemd was, omdat ze bij zich thuis was opgevoed bij nietsdoen en bij de conversatie en scherts van de dienstboden, begon haar dit te vervelen. Ze wilde zich tegenover haar man niet volgzaam toonen en als hij daarop aandrong dan huilde en pruilde zij zonder ophouden. Dikwijls wierp ze zich op den grond, met haar hoofd op den vloer bonzend alsof zij wenschte dood te zijn. Toen daaraan geen eind wilde komen, kwam haar echtgenoot, die deed net alsof hij volstrekt niet boos was, met de uitnoodiging dat ze samen voor plezier naar buiten zouden gaan, naar 't huis van zijn schoonvader. Nu, daar had zijn vrouw wel ooren naar. Toen ze daar waren aangekomen werd de jonge vrouw door haar man bij haar moeder en haar zusters gelaten. Hij ging met zijn schoonvader op de jacht. Onder vier oogen vertelt hij nu aan dezen dat hij gehoopt had een gezellige levensgezellin te krijgen, maar dat hij er een gekregen had die niets deed dan huilen en zich kwellen en martelen, zonder dat er (op welke manier ook) eenige verbetering aan te brengen was. Dat hij hem dus vriendelijk verzocht een handje te willen helpen in 't genezen van dat, wat werkelijk een ziekte was bij zijn dochter. De schoonvader antwoordt hem dat hij hem eenmaal zijn dochter heeft [png. 086]afgestaan en wanneer zij niet naar zijn woorden wil hooren,
PREV.   NEXT  
|<   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86  
87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   >>   >|  



Top keywords:

schoonvader

 

langzamerhand

 

tegenover

 
dochter
 
kunnen
 

zouden

 

wanneer

 

zonder

 
opgevoed
 

toonen


uitnoodiging
 

volgzaam

 

volstrekt

 

Dikwijls

 

ophouden

 

pruilde

 

daarop

 

aandrong

 
huilde
 

plezier


echtgenoot

 

daaraan

 

bonzend

 

wenschte

 

moeder

 

verzocht

 

vriendelijk

 

handje

 

willen

 

helpen


manier

 

eenige

 
verbetering
 

brengen

 

genezen

 

werkelijk

 

afgestaan

 
woorden
 
hooren
 

ziekte


antwoordt

 
eenmaal
 

martelen

 

zusters

 
vervelen
 
gelaten
 

aangekomen

 

gekregen

 

krijgen

 

huilen