kost
niet zooveel. Maar er moet een wapenschild bij.--HARPALUS: Wat raad je
me aan te kiezen?--NESTORIUS: Twee melkemmers zoo je wilt, en een
bierpul.--HARPALUS: Kom, je houdt me voor 't lapje: spreek liever in
ernst.--NESTORIUS: Ben-je nooit in den krijg geweest?--HARPALUS: 'k Heb
er nooit een gezien.--NESTORIUS: Maar, tusschen twee haakjes, je hebt
denk ik, wel eens aan ganzen en kapoenen bij de boeren den kop
afgeslagen?--HARPALUS: Heel dikwijls, en wat dapper ook.--NESTORIUS: Nu,
neem dan een zilveren mes op je wapenschild en drie gouden
ganzenkoppen.--HARPALUS: Op wat voor een veld? NESTORIUS: Op welk veld?
Natuurlijk op een bloedrood! Een herinnering aan 't zoo dapper vergoten
bloed.[1]--HARPALUS: Wel ja, waarom niet? Ganzenbloed is net zoo rood
als menschenbloed. Maar ga door als 't je belieft.--NESTORIUS: Dat
schild nu, moet je aan de deuren van alle herbergen waar je je intrek
neemt, laten vastspijkeren.--HARPALUS: Wat moet er voor een helm op
geplaatst worden?--NESTORIUS: 't Is goed dat je daaraan denkt. Dien moet
je met opgeslagen vizier nemen.--HARPALUS: Waarom dat?--NESTORIUS: Ten
eerste om goed te kunnen ademhalen en verder om hem met je kleedij in
overeenstemming te brengen. Wat moet er boven den helm
uitsteken?--HARPALUS: Daarnaar ben ik erg verlangend.--NESTORIUS: Een
hondenkop met hangooren.--HARPALUS: Dat is zoo algemeen.--NESTORIUS:
Voeg er dan een paar horens bij. Dat is zeldzaam en vreemd.--HARPALUS:
Dat bevalt me. Maar nu de schilddragers?--NESTORIUS: Herten, honden,
draken, grijpen hebben de vorsten en prinsen al ingepalmd: zet jij er nu
twee harpijen naast.--HARPALUS: Dat is een uitstekende raad.--NESTORIUS:
Nu schiet nog alleen maar over een bijnaam te verzinnen. Hierbij moet je
in de allereerste plaats oppassen dat je je niet op heel platte manier
"Harpalus den Comenser" laat noemen, maar "Harpalus van Como": dit
laatste doen de adellijke heeren, 't eerste doen arme
theologen.--HARPALUS: Dat weet ik.--NESTORIUS: Hebt ge ergens een plekje
waarvan ge u heer en meester kunt noemen?--HARPALUS: Geen varkenshok
zelfs.--NESTORIUS: Ben-je in een bekende stad geboren?--HARPALUS: In een
onbekend dorp. Ik moet 't u wel zeggen. Want liegen mogen we niet
tegenover een dokter die ons moet genezen.--NESTORIUS: Is er niet de een
of andere berg in de buurt van dat dorp?--HARPALUS: Jawel.--NESTORIUS:
En heeft die berg ook ergens een in 't oog vallende of bekende
rotspunt?--HARPALUS: En een wat steile ook.--NEST
|