trouwen.--XANTIPPE: Ik vind je raad
heel goed, maar ik zie op tegen de langdurige moeite.--EULALIE: Maar
bedenk dan eens hoeveel moeite gij wel hebt moeten doen om dezen
papegaai enkele menschelijke woorden te leeren praten.--XANTIPPE: Heel
wat, dat is zeker.--EULALIE: En dan zou je opzien tegen de moeite om je
man wat te verbeteren om verder met hem een prettig leven te slijten?
Hoeveel moeite getroosten de menschen zich om een paard naar hun zin te
krijgen en mogen wij er dan bezwaar tegen hebben om ons best te doen ten
einde onze echtgenooten meer naar onze hand te zetten?--XANTIPPE: Wat
moet ik dan doen?--EULALIE: Dat heb ik je al gezegd. Zorg dat in huis
alles netjes en proper is: dat niets hem aanstoot kan geven, zoodat 't
hem uit het huis jaagt. Wees vriendelijk tegen hem en tevens met een
zeker eerbiedsvertoon dat een echtgenoote aan haar man verschuldigd is.
Wees opgewekt, maar niet uitgelaten; wees niet stroef, maar ook niet
dartel. Thuis moet hij zijn tafel welvoorzien vinden. Je kent den smaak
van je man, kook dus voor hem wat hij 't lekkerst vindt. Toon je ook
voor zijn vrienden toeschietelijk en welwillend. Noodig hen vaak bij je
te gast. Maak aan tafel dat alles vol van vroolijkheid en opgewektheid
is. En wanneer hij dan eindelijk, door den wijn een kleine verheuging
heeft gekregen en op zijn cither gaat tokkelen, welnu begeleid hem dan
met uw zang. Zoo zult gij uw man gewennen aan huiselijkheid en zult gij
tevens zijn uitgaven verminderen. Want ten langen leste moet hij toch
zoo gaan denken: "Ik ben dan toch wel gek dat ik buitenshuis met groote
schade voor mijn beurs en voor mijn goeden naam met een liefje leef,
terwijl ik thuis een vrouwtje heb, veel aardiger en dat dol van mij
houdt en bij wie ik 't veel netter en royaler kan hebben."--XANTIPPE: En
denk je dat 't mij gelukken zal wanneer ik 't probeer?--EULALIE: Zie
maar naar mijn voorbeeld. Richt je naar mij. Intusschen zal ik je man
wel eens te spreken krijgen en ik zal hem aan zijn plicht
herinneren.--XANTIPPE: Ik vind dat wel heel vriendelijk van je, maar pas
op dat hij soms geen lont ruikt: hij zou hemel en aarde
bewegen.--EULALIE: Maak je niet bezorgd. 'k Zal wel zooveel omwegen
gebruiken dat hij mij uit zichzelf vertelt wat voor ongenoegen er
tusschen u beiden is voorgevallen. Wanneer hij dat gedaan heeft dan zal
ik hem, zooals ik dat gewoonlijk doe, heel vriendelijk onder handen
nemen en hem voor u, naar ik hoop, veel handelbaarder maken. En zoo
|