had uitgegeven, des te minder
mocht men ophouden.--PHILECOUS: Zoo gaat 't altijd met spelers: alsof 't
niet veel verkieslijker ware slechts weinig te verliezen dan
alles.--LALUS: Zoo is het. De goudzoeker zwoer bij al wat heilig was,
dat hij nooit zoo bedrogen was. Maar nu de fout eenmaal ontdekt was, zou
alles nu verder wel goed gaan en hij zou deze uitgaaf met grooten woeker
vergoeden. De glazen worden geruild en ten derden male wordt de
werkplaats ingericht. De alchemist gaf een aanwijzing dat de zaak beter
zou lukken, wanneer men aan de Heilige Moeder die (zooals u bekend is)
aan de Zeestad vereerd wordt, eenige goudstukken ten geschenke zond. Dat
't immers een heilige kunst was en dat de zaak niet goed kon afloopen
zonder de begunstiging der goden. Dien raad vond Balbinus uitstekend,
zoo'n vroom man, die geen dag liet voorbijgaan zonder zijn
godsdienstplichten te vervullen. De goudmaker nam de bedevaart op zich,
wel te verstaan naar een nabijgelegen stadje waar hij 't geld, als offer
bestemd voor 't vrome doel, verbraste in allerlei slechte huizen.
Teruggekeerd verklaart hij dat er nu gegronde hoop is om de zaak naar
wensch te doen afloopen: zoo duidelijk had de Heilige Maagd hare
goedkeuring aan hun plannen te kennen gegeven. Men arbeidde nu een
geruimen tijd naarstig in de werkplaats, maar er kwam geen schijntje
goud Voor den dag. Balbinus kreeg op zijn vraag hoe 't er toch mee
stond, van den alchemist ten antwoord, dat hem in zijn heele leven nog
nooit iets dergelijks was overkomen, terwijl hij toch zooveel
ondervinding van de kunst had. En evenmin kon hij met eenige zekerheid
gissen, wat de reden toch wel kon zijn. Toen zij lang hadden geraden,
schoot aan Balbinus eindelijk _dit_ in de gedachte, of de ander soms op
dien dag de mis had verzuimd, of de zoogenaamde uren-gebeden had
vergeten te bidden: want als men deze overslaat, dan kan niets gelukken.
De bedrieger riep toen uit: "daar heb-je het al! Je hebt gelijk! Ik
domoor, heb een paar malen uit onachtzaamheid dat verzuim begaan, en nog
kort geleden ben ik van een diner dat wat lang geduurd had, opgestaan,
zonder 't Ave Maria te bidden." Balbinus zei 't dan ook heel natuurlijk
te vinden dat de zaak geen succes had. De goudmaker nam nu op zich, voor
de twee verzuimde missen, er twaalf te gaan hooren en voor 't nagelaten
Ave Maria er tien op te zeggen. Maar, onze alchemist, die heel wat geld
aan kon, was weer eens platzak. Redenen om van Balbinus een voorschot t
|