FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106  
107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   >>   >|  
den steek laten, als hij zoo'n stukje kon zien vertoonen of er in mee mocht spelen. Zijn schoonvader vertelt hem de geheele toedracht en draagt hem de rol op, om voor de ziel te spelen. Hij neemt een vermomming aan en met wat een plezier! Hij wikkelt zich in een laken, in zulk een als waarin bij ons de lijken worden afgelegd: hij neemt een aangeglommen kool in een test bij zich, die, door 't laken heen, een gloeienden weerschijn gaf. Tegen den tijd dat 't donker werd gingen ze naar de plaats waar de komedie werd afgespeeld. Men hoorde er een vreemd gezucht. Faunus komt met al zijn tooverformulieren voor den dag. Eindelijk vertoonde zich de schim tusschen het struikgewas, zoo nu en dan zijn vuur toonend en jammerlijk zuchtend. Toen Faunus hem bezwoer te zeggen wie hij toch was, sprong plotseling uit 't struikgewas Polus in de vermomming van den boozen geest voor den dag en riep met huilende stem: "ge hebt geen recht op deze schim: ze is van mij," en hij liep verscheidene malen tot aan den rand van den tooverkring, als wilde hij op den duivelbanner aanvliegen. Maar dadelijk teruggeschrikt door de woorden van het tooverformulier en door de krachtige werking van het wijwater, dat de ander in groote hoeveelheid had gesprenkeld, trok ze zich terug. Eindelijk was de booze geest verdreven die zich als beschermer van de ziel had opgedaan en er ontspon zich een gesprek tusschen Faunus en de ziel. Op de nadrukkelijke vraag van Faunus antwoordde de verschijning dat zij de ziel was van een Christen. Op de vraag hoe hij heette, was het antwoord: "Faunus." "Faunus, zoo heet ik ook." En thans trok hij zich de zaak nog meer aan, nu het een naamgenoot gold. Hij, Faunus, moest toch den anderen Faunus verlossen. Terwijl Faunus nu met allerlei vragen aankwam, pakte de schim zijn biezen, omdat hij bang werd dat het rekken van het onderhoud 't bedrog soms aan den dag zou brengen. Hij zei dat hij niet langer praten mocht, omdat het hoog tijd was daarheen terug te keeren, waarheen zijn kwelgeest hem dreef. Maar hij beloofde op den volgenden dag, als 't mocht, terug te keeren. Weer komt men ten huize van Polus bijeen, den regisseur van de komedie. Daar vertelt de duivelbanner wat er gebeurd is, er nog 't een en ander bijbordurend, maar waarvan hij zelf geloofde dat het waar was. Zoo werkte hij het in de hand dat hem die poets gebakken werd. Zooveel wist men nu dat het de ziel was van een Christen die door een alleronbarmhartigsten kwelgeest op de
PREV.   NEXT  
|<   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106  
107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   >>   >|  



Top keywords:
Faunus
 

tusschen

 
struikgewas
 

komedie

 
duivelbanner
 

Christen

 

spelen

 
Eindelijk
 

vertelt

 

vermomming


kwelgeest
 

keeren

 

antwoord

 

bijeen

 

heette

 
antwoordde
 

alleronbarmhartigsten

 
verdreven
 
gesprenkeld
 

regisseur


hoeveelheid

 

gebeurd

 

beschermer

 

nadrukkelijke

 

bijbordurend

 

gesprek

 

opgedaan

 

ontspon

 

verschijning

 

waarheen


bedrog
 

onderhoud

 

rekken

 
groote
 

brengen

 

praten

 

daarheen

 

langer

 
geloofde
 
waarvan

beloofde

 

allerlei

 
vragen
 

Zooveel

 

Terwijl

 

verlossen

 

anderen

 

gebakken

 

werkte

 

biezen