order der
overheidspersonen, verboden werden.
[2] De schenker der Grieksche Goden.
* * * * *
HET SPOOK OF DE DUIVELBANNING
THOMAS EN ANSELMUS.
Hoe Erasmus reeds ver verheven stond boven de bijgeloovige
begrippen van zijn tijd op 't gebied van spoken en duivelbanning,
bewijst onderstaande samenspraak. Vinnig spot hij met de kunsten,
zelfs door priesters en goed-geloovigen uitgehaald, en 't is niet
te verwonderen dat zijn scherptreffende steken en prikken de
geestelijkheid zijner dagen sterk tegen hem innamen. Vooral de
lagere geestelijkheid was fel op hem gebeten en 't was slechts door
hulp van vrienden onder de hoogere machthebbers in de kerk, zelfs
te Rome, dat Erasmus de gevolgen van den door hem gewekten haat
ontging.
Dat die haat diep geworteld zat, blijkt wel uit 't verhaal (waar of
niet-waar) dat een zeker priester nimmer het portret van Erasmus,
dat hij daartoe opzettelijk in zijn woning had opgehangen,
voorbijging zonder er tegen te spuwen.
THOMAS: Wat blij nieuws is er dat je zoo vergenoegd bij je zelven lacht,
alsof je een schat gevonden hadt?--ANSELMUS: Nu, zoo heel ver van de
waarheid was je met je raden niet verwijderd.--THOMAS: Maar wil-je dan
aan je vriend niet eens meedeelen wat dat voor goeds is?--ANSELMUS: 't
Was al lang een hartewensch van me om iemand te hebben aan wiens boezem
ik mijn vreugde kon uitstorten.--THOMAS: Welnu dan, deel mee.--ANSELMUS:
'k Heb daareven een allerleukst verhaal gehoord waarvan je zoudt zweren
dat 't een grappig verzinsel was, als niet plaats, personen en de heele
zaak mij net zoo goed bekend waren als ik u ken.--THOMAS: Je maakt me
brandend nieuwsgierig.--ANSELMUS: Je kent Polus, den schoonzoon van
Faunus?--THOMAS: Heel goed.--ANSELMUS: Nu hij is 't die 't heele stukje
heeft bedacht en heeft gespeeld.--THOMAS: Ik wil 't graag gelooven. Want
hij kan zelfs zonder masker of vermomming elke rol spelen.--ANSELMUS:
Zoo is het. Dan ken-je denk ik ook 't buitentje dat hij niet ver van
Londen heeft?--THOMAS: Of ik! we hebben daar menigmaal een goed glaasje
gedronken.--ANSELMUS: Dan kun-je je ook nog wel dien weg voorstellen aan
beide kanten met boomen op gelijken afstand beplant?--THOMAS: Links van
het huis een paar pijlschoten ver?--ANSELMUS: Juist. Aan den eenen kant
van den weg is een drooge sloot, begroeid met kreupelhout en
doornstruiken. Over een smal br
|