FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   >>   >|  
. Dat heb ik dikwijls in de kerk gehoord. Lichtekooien sieren zich voor den blik van velen. Wij zijn mooi genoeg als we maar aan een man mogen behagen.--XANTIPPE: Maar intusschen brengt die goede man van mij, die zoo karig is tegenover zijn vrouw, den tamelijk rijken bruidschat dien ik hem meebracht, aardig door.--EULALIE: Waarmee?--XANTIPPE: Met dingen waarin hij plezier heeft: met wijntje en Trijntje en dobbelen.--EULALIE: 't Is zonde!--XANTIPPE: Maar 't is werkelijk zoo. En als hij dan dronken, diep in den nacht thuis komt, waar ik hem lang heb zitten wachten, dan snurkt hij den geheelen nacht, braakt soms het bed vol, om van de rest maar niet te spreken.--EULALIE: Zoo mag je niet spreken; je doet je zelf schande aan, wanneer je je man de kroon van het hoofd haalt.--XANTIPPE: 'k Mag sterven wanneer ik niet liever een pad bij me heb, dan zoo'n man.--EULALIE: En wacht je hem dan niet op met een flink standje?--XANTIPPE: Zooals hij verdient. Hij merkt dat ik niet stom ben.--EULALIE: En wat bracht hij daartegen in?--XANTIPPE: In 't eerst schreeuwde hij woest, omdat hij dacht dat hij me met groote woorden op de vlucht zou jagen.--EULALIE: En is het van woorden nooit tot handtastelijkheden gekomen?--XANTIPPE: Als ik het goed naga dan is de strijd eenmaal zoo hoog geloopen, dat 't heel weinig scheelde of 't liep op vechten uit.--EULALIE: Wat moet ik hooren?--XANTIPPE: Hij zwaaide met een knuppel onder woest geschreeuw en vreeselijke dreigementen.--EULALIE: Was je toen niet bang?--XANTIPPE: Neen, zeker niet! Ik van mijn kant greep een klein bankje, en als hij me met een vinger aangeraakt had, zou hij gemerkt hebben dat ik ook handen aan mijn lijf heb.--EULALIE: Dat is een nieuw soort van schild. Daarbij ontbrak nog maar de stok van 't spinnewiel als lans.--XANTIPPE: Hij zou gevoeld hebben dat hij met een manwijf te doen had.--EULALIE: Neen Xantippe, dat gaat toch zoo niet.--XANTIPPE: Wat gaat niet? Als hij mij niet als zijn vrouw behandelt, ben ik ook niet van plan hem als mijn man te beschouwen.--EULALIE: Maar de Apostel Paulus leert toch dat de vrouwen haar mannen met allen eerbied onderdanig moeten zijn. En Petrus houdt ons het voorbeeld van Sarah voor oogen, die haar man Abraham "heer" noemde.--XANTIPPE: Ja, dat heb ik ook wel gehoord. Maar diezelfde Paulus leert ook, dat de mannen hunne vrouwen moeten liefhebben, evenals Christus Zijn bruid, de Kerk, heeft liefgehad. Laat _hij_ denken aan _zijn_ plicht, dan zal _ik_ ook a
PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   >>   >|  



Top keywords:
XANTIPPE
 

EULALIE

 
Paulus
 

mannen

 
vrouwen
 

spreken

 

hebben

 
wanneer
 

gehoord

 

woorden


moeten
 

vinger

 

bankje

 

gemerkt

 

eenmaal

 
vechten
 

aangeraakt

 
scheelde
 
vreeselijke
 

geloopen


dreigementen

 

weinig

 

handen

 

zwaaide

 

knuppel

 

geschreeuw

 

hooren

 

diezelfde

 

noemde

 

voorbeeld


Abraham
 

liefhebben

 

evenals

 
denken
 

plicht

 

liefgehad

 

Christus

 

spinnewiel

 
gevoeld
 
ontbrak

schild

 

Daarbij

 
manwijf
 

eerbied

 

onderdanig

 

Petrus

 

Apostel

 

beschouwen

 

Xantippe

 

behandelt