FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111  
112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   >>   >|  
-PHILECOUS: Dat is een bewijs van voorzichtigheid.--LALUS: Maar de ander was nog voorzichtiger en zei: "Ge zult mij toch, hoop ik, wel vergeven dat ik u last veroorzaak, wanneer gij de reden verneemt waarom ik tot u ben gekomen." "Spreek op," zei Balbinus, "maar als gij kunt, maakt het kort." "Nu ik zal het," zei de ander, "zoo beknopt mogelijk vertellen. Ge weet, geleerdste van alle menschen, dat het lot van de stervelingen verschillend is: ik weet niet onder welke helft ik mij moet rangschikken, onder de gelukkigen of onder de ongelukkigen. Immers als ik mijn lot van de eene zijde beschouw, dan lijk ik me zelf heel gelukkig; van den anderen kant diep rampzalig." En toen Balbinus op bekorting aandrong, zeide hij: "goed, ik zal er een eind aan maken, hooggeleerde Balbinus. En dat zal mij gemakkelijker vallen bij een man, die van de geheele zaak zoo op de hoogte is, dat niemand ze beter kent."--PHILECOUS: Je schildert me daar een redenaar af, geen alchemist.--LALUS: Spoedig zult ge van den goudzoeker hooren. "Van jongs af aan," zei hij, "mocht ik het geluk smaken de meest gezochte kunst van alle kunsten te leeren, het merg van de heele wijsbegeerte: de alchemie." Bij 't hooren van dit woord werd Balbinus recht wakker; hij toonde dit tenminste door zijn gebaren. Al zuchtend vroeg hij hem door te gaan. De ander ging voort: "Rampzalige die ik ben, dat ik niet terechtgekomen ben op den weg dien ik had moeten inslaan." Toen Balbinus hem vroeg, welke wegen hij toch bedoelde, zei hij: "Ge weet opperbest (wat toch weet gij niet, Balbinus, gij, een man op elk gebied zoo hooggeleerd?) dat er twee wegen in die kunst bestaan: de eene die men _verlenging_ noemt; de andere die _verkorting_ heet. En nu heeft 't ongeluk gewild dat ik terecht gekomen ben bij de verlenging." Toen Balbinus vroeg wat voor verschil er was tusschen die twee wegen, zei de ander: "hoe onbedachtzaam van mij om daar bij u over te spreken, van wien ik moest weten dat dit alles hem meer dan aan iemand anders bekend is. Daarom ben ik als smeekeling tot u gekomen, dat gij uit medelijden met mij u zoudt verwaardigen, ons dien heilzamen weg der verkorting mee te deelen. Hoe meer ge van die kunst weet, des te minder moeite zal het u kosten ze aan mij mee te deelen. Verberg dus die gave Gods niet voor een broeder die van droefheid dreigt te sterven. Zoo waar moge Jezus Christus u steeds rijker maken met grootere gaven." En toen hij niet ophield met smeeken, moest Balbinus
PREV.   NEXT  
|<   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111  
112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   >>   >|  



Top keywords:

Balbinus

 

gekomen

 

deelen

 
verlenging
 
verkorting
 

hooren

 

PHILECOUS

 

onbedachtzaam

 
spreken
 

andere


terecht
 

tusschen

 

gewild

 

ongeluk

 

verschil

 

bestaan

 

moeten

 

inslaan

 
vergeven
 

terechtgekomen


Rampzalige

 

bedoelde

 

voorzichtiger

 

hooggeleerd

 

gebied

 

opperbest

 

voorzichtigheid

 

droefheid

 

dreigt

 

sterven


broeder

 

Verberg

 
ophield
 

smeeken

 

grootere

 

rijker

 

Christus

 
steeds
 
kosten
 

moeite


Daarom

 
smeekeling
 

medelijden

 

bekend

 
anders
 
iemand
 

bewijs

 

minder

 

verwaardigen

 

heilzamen