genblik geen betere uitkomst." Balbinus was van dezelfde gedachte en
hij telde dertig goudstukken neer om daarvoor het verlangde stilzwijgen
te koopen.--PHILECOUS: Nu wat ge me daar vertelt geeft mij wel een groot
denkbeeld van de scheutigheid van Balbinus.--LALUS: Daarentegen zou je
hem, wanneer 't een fatsoenlijke zaak gold, eerder een tand uit zijn
mond geslagen hebben dan geld uit zijn beurs. Zoo werd er voor den
goudzoeker gezorgd, die geen ander gevaar had geloopen dan dat hij geen
geld had voor zijn liefje.--PHILECOUS: Ik vind 't verwonderlijk dat
Balbinus 't niet in de gaten kreeg.--LALUS: Ja op dit punt mist hij, als
men 't goed beschouwt, elk waarnemingsvermogen, hij die anders zoo'n
scherpen neus heeft. Weer wordt met een nieuwe bijdrage de oven
gestookt, maar eerst een schietgebedje tot de Heilige Maagd opgezonden
dat Zij hun pogingen zou willen begunstigen. Bijkans een heel jaar was
reeds voorbijgegaan en nu eens onder dit, dan eens onder dat voorwendsel
werd de moeite verspeeld en gingen de kosten verloren. Intusschen viel
er iets kluchtigs voor.--PHILECOUS: Wat dan?--LALUS: De goudmaker had
verboden omgang met de vrouw van een der heeren van het hof. Haar
echtgenoot, die argwaan had gekregen, begon onzen vriend na te gaan.
Toen hem eindelijk eens werd bericht dat de priester zich in de
slaapkamer van zijn vrouw bevond, keert hij onverwacht naar huis terug
en klopt aan de deur.--PHILECOUS: Wat wilde hij den kerel doen?--LALUS:
Nou, niet veel vriendelijks! Hem dooden of hem voor goed onschadelijk
maken en de gelegenheid benemen ooit weer zijn streken uit te halen.
Toen de echtgenoot nadrukkelijk dreigde dat hij de deur zou intrappen
als zijn vrouw niet opendeed, liep de priester angstig heen en weer, en
keek rond naar een redmiddel dat hem voor 't oogenblik zou kunnen
helpen. Maar er was niets te doen, dan hetgeen de gelegenheid op dat pas
aanbood. Hij trok zijn kleeren uit en sprong door een nauw venster naar
beneden, wat nog al gevaarlijk was en hem lichaamsletsel bezorgde: maar
hij wist te ontkomen. Nu, ge weet zulke histories gaan onmiddellijk als
een loopend vuurtje rond. En zoo komt 't dan ook Balbinus ter oore. Onze
kunstenaar was daarop ook wel voorbereid.--PHILECOUS: Ha, nu zit onze
slimmerd toch in de klem.--LALUS: Mis! Hij komt hier nog beter vandaan
dan uit 't slaapvertrek van de dame. Hoor eens naar de streken van den
guit. Balbinus vroeg hem nergens naar, maar zijn strak gezicht toonde
genoegzaa
|