er en onder tranen en
snikken verkropte zij daar haar harteleed. Een poosje daarna komt
toevallig haar man ook in die kamer en vindt er zijn vrouw in tranen.
"Wat zit je hier te huilen en te snikken, net als kleine kinderen doen?"
Zij vroeg hem voorzichtig: "Nu, is het niet beter dat ik hier mijn leed
beween, dan dat ik op straat ga staan schreeuwen, zooals andere vrouwen
wel doen?" Door deze zoo echt vrouwelijke en innige woorden brak zij den
toorn van haar man en hij gaf zich gewonnen. Bij handslag beloofde hij
zijn vrouw, dat hij nooit weer de hand aan haar zou slaan--en, hij heeft
't ook nooit weer gedaan.--XANTIPPE: Ik heb 't zelfde van mijn man op
een andere manier gedaan gekregen.--EULALIE: Maar intusschen is het
tusschen jelui beiden altijd vechten.--XANTIPPE: Wat zou je dan willen
dat ik deed?--EULALIE: Vooreerst, zwijgen over alles wat je man verkeerd
doet en zijn liefde langzamerhand winnen door voorkomendheid,
vriendelijkheid en toegevendheid. Dan zul je hem eindelijk wel gewillig
zien of tenminste zul-je hem thuis veel meer naar je hand gezet hebben
dan hij nu is.--XANTIPPE: Hij is veel te heftig van aard dan dat ik hem
zou kalmeeren door voorkomendheid.--EULALIE: Zeg dat niet! Daar is zelfs
geen wild beest zoo woest of 't is door zachtheid te temmen. Daar behoef
je dus bij een mensch nog minder aan te wanhopen. Probeer 't eens enkele
maanden. Je mag 't _mij_ wijten, als je bemerkt dat deze raad je niet
gebaat heeft. Verder zijn er enkele gebreken die je een beetje door de
vingers moet zien. In de allereerste plaats moet je er voor oppassen
geen twist in je slaapkamer of in je bed te verwekken. Je moet
daarentegen zorgen dat 't daar altijd opgewekt en prettig is. Een vrouw
moet er altijd voor zorgen dat haar man aan niets aanstoot kan nemen;
zij moet er haar uiterste best voor doen als ze met haar man samen is,
zich op alle manieren vriendelijk en opgewekt te toonen.--XANTIPPE: Ja,
voor een man, maar _ik_ heb met een _beest_ te doen.--EULALIE: Houd nu
op met kwaadspreken. Over 't algemeen zijn de mannen door onze schuld
slecht voor ons. Maar om tot ons onderwerp terug te keeren. Zij die
thuis zijn in de oude verhalen der dichters, vertellen ons dat Venus
(zoo noemen zij de godin die het huwelijk beschermt) een gordel heeft,
door de kunstvaardige hand van Vulcanus bewerkt. Daarin moet alles
gewerkt zijn wat kan dienen om liefde te wekken. Dien gordel doet zij
aan, zoo dikwijls zij van plan is naar haar man te
|