FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   >>   >|  
artverscheurend), zij de eenige was om wier lippen een rustige glimlach speelde.[9] Zelfzuchtiger, zoo men wil, doch niet minder warm of welgemeend, is zijne hulde aan de kloostercel als studeerkamer, waar slechts boeken en nogmaals boeken gevonden worden ja, maar die onder het lezen den jongen wijze in een paradijs verkeert, een hof van Eden. Anderen mogen aan de herberg, anderen aan de danszaal de voorkeur geven, hij houdt het met dit park der letterwereld; met die stroomen, bosschen, weiden, waar, tusschen het gras, de rozen en de lelien bloeijen of de violen zich verschuilen. Verlangt de ziel naar goddelijk onderrigt uit de eerste hand, de jonge kloosterling grijpt naar het Oude of het Nieuwe Testament. Wenscht hij een kerkvader of een godgeleerde te raadplegen, hij haalt het boek voor den dag en slaat op zijne knieen het open. Heeft hij uit de wereld eene oude liefde voor de ongewijde Muze medegebragt, hij mag in zijne vrije uren, mits het eene platonische genegenheid blijve, ook aan deze neiging toegeven. Wie gevormd werd in de school van profeten, apostelen, kommentatoren, en theologen, weet bij de heidensche wijsgeeren en dichters de medicinale van de giftplanten te onderscheiden. In zijn litterarischen bloemtuin is hij koningen te rijk, en trotseert Sardanapalussen.[10] Een ander klein prozawerk van Erasmus uit deze periode is zijne lijkrede op eene goudsche weduwe, moeder van drie huwbare dochters en in de kracht harer jaren gestorven. Haar echtgenoot of haar vader, schijnt het, had haar een aanzienlijk vermogen nagelaten, en zij maakte daarvan een edelmoedig gebruik, zoodat zij als eene weldoenster bekend stond. Daarbij was zij buitengemeen vroom en eene gulle gastvrouw, die de kloosterbroeders van Emmaues geregeld ten eten vroeg. Erasmus, wien zij meer dan een der andere jongelieden genegen was, bewondert hare onbegrensde godsdienstigheid, en brengt daarvan voorbeelden bij. Niet alleen wijdde zij onafgebroken hare zorgen aan een groot hospitaal te Gouda; maar ieder jaar, op Goeden Vrijdag, noodigde zij te harent dertien armen, wien zij voor het aan tafel gaan zelve de voeten waschte. Eene harer dochters, pas zes weken gehuwd, werd door eene noodlottige ziekte aangetast. De moeder deed Erasmus hiervan kennis geven; en in de meening haar doodelijk bedroefd te zullen vinden, snelde hij naar hare woning. Doch Bertha van Heyen, zoo heette de matrone, zeide tot hem toen hare dochter den adem had uitgeblazen: "G
PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   >>   >|  



Top keywords:
Erasmus
 

moeder

 

daarvan

 
dochters
 

boeken

 

gastvrouw

 
prozawerk
 

buitengemeen

 

Daarbij

 
andere

jongelieden

 

Emmaues

 

geregeld

 
kloosterbroeders
 
edelmoedig
 

echtgenoot

 

weduwe

 

genegen

 
Sardanapalussen
 

gestorven


kracht

 

huwbare

 

schijnt

 

aanzienlijk

 

zoodat

 

weldoenster

 

bekend

 

periode

 

gebruik

 

lijkrede


goudsche

 

vermogen

 
nagelaten
 

maakte

 

meening

 
kennis
 

doodelijk

 

bedroefd

 

vinden

 

zullen


hiervan

 

noodlottige

 
ziekte
 

aangetast

 

snelde

 
woning
 

dochter

 
uitgeblazen
 
Bertha
 
heette