FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51  
52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   >>   >|  
in van het oorlogvoeren aan het licht, beoordeeld naar den huurling die niet voor zijn vaderland of voor een beginsel vecht, maar alleen om uit plunderen te gaan en zich te verrijken.--"Dat ziet er geleerd uit: Mercurius bij het vertrek, Vulcanus bij de thuiskomst!--Van welke Vulcanussen en welke Mercuriussen spreekt gij?--Ik bedoel dat gij, die bij het heengaan vleugelen aan de voeten scheent te hebben, thans hinkt.--Zoo doet gewoonlijk die uit den oorlog komt.--En wat dreef u naar den oorlog, beminnaar van het hazepad?--De hoop op buit had mij courage gegeven.--Gij keert dus huiswaarts met een som van belang?--Met een ledigen buidel, ja.--Dit ontheft u van de zorg het gestolene terug te geven.--Dat deed ik reeds lang geleden. _Alles_ gaf ik terug.--Aan wie?--Aan Trijntje, aan Wijntje, en aan het verkeerbord." Op dien toon gaat de zamenspraak voort, tot ook het plegen van heiligschennis in de kerken gebiecht wordt--"Ik vrees dat gij naar Rome zult moeten, om voor zoovele misdaden vergiffenis te bekomen.--Mij is een kortere weg bekend: ik zal naar de dominikanen gaan en met de kommissarissen het op een akkoord werpen.--Maar die altaarroof?--Al zou ik Christus-zelf geplunderd en hem het hoofd van den romp geslagen hebben, zij bezitten overal aflaten voor; alles wordt door hen geschikt.--Bekommerde het u niet somtijds wat er van uw ziel worden zou, indien gij sneuveldet?--Geen oogenblik. Ik was volkomen gerust, want op een keer had ik mij de Heilige Barbara aanbevolen.--Nam zij u onder haar bescherming?--Zeker, ik zag haar mij zachtjes toeknikken.--Wanneer meendet gij dit te zien? Op welk uur van den dag? 's Morgens?--Neen, 's middags na tafel.--Maar op dat oogenblik, wil ik wedden, zaagt gij ook de boomen wandelen?--Die man raadt alles!"[50] De zamenspraak _Charon_ is tegen de oorlogvoerende vorsten gerigt en duidt stoutweg, bijna met even zoovele woorden, keizer Karel V en de koningen Frans I en Hendrik VIII als de voorname menscheslagters van het tijdvak aan, die in zulke mate de markt der onderwereld overvoeren dat de oude opgelapte helleschuit te klein en te wrak geworden, en Charon naar de aarde gekomen is om eene nieuwe en grootere te bestellen. Charon is in zijn schik. Hoe meer zielen, is het ook bij hem, maar niet in de gezellige beteekenis die de levenden aan het spreekwoord hechten, hoe meer vreugd. Hij vreest alleen dat "zekere polygraaf daarboven" hem afbreuk doen zal, door te welsprekend tegen den oorlo
PREV.   NEXT  
|<   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51  
52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   >>   >|  



Top keywords:

Charon

 

zamenspraak

 

oorlog

 
zoovele
 

hebben

 
alleen
 

oogenblik

 

Morgens

 
wandelen
 
wedden

boomen

 

middags

 
indien
 
Heilige
 
Barbara
 

aanbevolen

 

sneuveldet

 

volkomen

 

gerust

 
worden

meendet

 
Wanneer
 

toeknikken

 

bescherming

 

zachtjes

 

bestellen

 
zielen
 
beteekenis
 

gezellige

 

grootere


nieuwe

 

geworden

 

gekomen

 

levenden

 

spreekwoord

 

afbreuk

 

daarboven

 
welsprekend
 

polygraaf

 

zekere


hechten
 

vreugd

 
vreest
 
helleschuit
 
keizer
 

koningen

 

woorden

 
gerigt
 
vorsten
 

stoutweg