FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42  
43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   >>   >|  
rstelling, en bovendien noch van Erasmus' goeden smaak, noch van den goeden smaak der prinses, eene gunstige meening bekomen. Zulke offers aan de tijdsgelegenheid vormen zelden, na zoovele jaren, eene aangename lektuur. Het is niet natuurlijk den briefvorm te bezigen ten einde eene dame hare eigen levensgeschiedenis te verhalen, uit te weiden in hare verdiensten als vorstin, als vrouw, als jonge moeder, en de lotgevallen van haar geslacht in herinnering te brengen. Nog stijver is het, indien zij bij toeval Anna heet, daarbij de zuster van koningin Dido, de moeder der maagd Maria, en de moeder van den profeet Samuel, om beurten te pas te doen komen. Erasmus zelf vond dien stijl even slecht als wij, en hij heeft voor een keer er zich alleen van bediend, omdat hij zich voorstelde dat het zoo behoorde. Zijne eigenlijke meening leeren wij eerst uit de brieven aan Battus kennen; eenerzijds zijne levendige hoop dat alles nu goed zal gaan, en tegelijk zeker voorgevoel dat de zaken eene verkeerde wending zullen nemen. Het treft hem eene zoo beleefde uitnoodiging ontvangen te hebben; en in zijn schroom is hij maar half zeker, ten huize der prinses eene goede vertooning te zullen maken. Maar het verwondert hem tevens dat zij ten behoeve der reis hem een afgeleefd paard zendt, en als reisgeld eene zoo geringe som dat de kosten daarmede onmogelijk goedgemaakt kunnen worden. Kan warmte het einde zijn van zulk een koel begin? vraagt hij zich af. Na de persoonlijke kennismaking is hij opgetogen over hare wellevendheid, hare vriendelijkheid, hare goedhartigheid. Zij belooft hem een jaargeld van twee honderd gouden franken; en hij twijfelt niet of Battus zal, opdat hij alvast naar Italie vertrekken kunne, haar weten te bewegen hem een wissel van dat bedrag op een parijsch huis te doen zenden. Hij is bezig de eerste uitgaaf zijner _Adagia_ (achthonderd grieksche en latijnsche spreekwoorden, toepasselijk uitgebreid) voor de pers gereed te maken. Zijn plan is, dat boek op te dragen aan haar zoontje Adolf. Hij korrespondeert onderwijl met haar in het fransch; ongetwijfeld vreezend dat te veel latijn haar afschrikken zal. Maar een vol jaar verloopt, en hij bekomt niets. Zonder afgunst verneemt hij dat Battus intusschen een anderen jongen Nederlander aan haar voorgesteld, en zij ook dezen minzaam ontvangen heeft. Die andere, Willem van Gouda, is een voormalig stadgenoot en mede-kloosterling, een talentvol dichter, een boezemvriend.[35] H
PREV.   NEXT  
|<   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42  
43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   >>   >|  



Top keywords:

Battus

 

moeder

 

ontvangen

 

Erasmus

 

zullen

 

goeden

 

prinses

 

meening

 

alvast

 
parijsch

bewegen
 

twijfelt

 

Italie

 
wissel
 

vertrekken

 

bedrag

 
zenden
 

franken

 
goedhartigheid
 

warmte


vraagt
 

worden

 

daarmede

 

onmogelijk

 

goedgemaakt

 

kunnen

 

belooft

 

jaargeld

 

honderd

 

vriendelijkheid


wellevendheid

 

persoonlijke

 

kennismaking

 
opgetogen
 

gouden

 

latijnsche

 

jongen

 
anderen
 

Nederlander

 
voorgesteld

intusschen
 
verneemt
 

bekomt

 

verloopt

 

Zonder

 

afgunst

 

minzaam

 

dichter

 
talentvol
 

boezemvriend