FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   >>   >|  
chatkist vreezen te ledigen, noch tegen veldtogten opzien, noch het als een schrikbeeld aanmerken de wetten, de godsdienst, den vrede, en alle menschelijke zaken onderstboven te keeren."[65] Bij al de satirieke schrijvers van het tijdvak vindt men deze invektieven terug; niet het schaarst bij de gewezen monniken onder hen. Erasmus, Skelton, Luther, Rabelais, allen zijn renegaten van het klooster- en het priesterleven; allen hebben bij ondervinding den valschen schijn eener overeengekomen wereldverzaking leeren kennen. Ongevoelig voor de beschuldiging zich als apostelen des vleesches aan te stellen, ijveren zij uit alle magt voor het natuurleven, en hameren wat zij kunnen op het kerkdom. Het eenige wat Erasmus onderscheidt (en na hem de schrijvers der _Obscuranten-brieven_ onderscheiden zal) is dat zijn latijn hem ontoegankelijk maakt voor het volk.[66] In eene andere reeks plaatsen van den _Lof der Dwaasheid_ heeft deze opgehouden eene ondeugd te zijn, maar blijft zij nog steeds eene berispelijke neiging. De mensch vindt behagen in uitspanningen die vergefelijk potsierlijk waren, indien zij er niet toe bijdroegen hem in zijne aangeboren woestheid te stijven. Aldus de hartstogt der vorsten en der groote heeren voor het jagtvermaak. Inzonderheid door zijn herhaald logeren op de landgoederen van engelsche edelen kende Erasmus uit eigen aanschouwen de tragi-komische praktijken, destijds bij het jagen in gebruik; en zijn jongste engelsche levensbeschrijver doet hem regt wanneer hij het volgende,--waar men de antipathie van den eenzijdig ontwikkelden letterkundige namens het gezond verstand en de zachte zeden tegen de buitensporigheden en de wreedheid van het _sport_ hoort opkomen,--voor eene persoonlijke herinnering houdt:[67] "Van een soort met de ziende blinden zijn zij voor wie de jagt boven alles gaat, en wier gemoed, beweren zij, door een niet onder woorden te brengen gevoel van welbehagen overstroomd wordt, wanneer zij de verfoeilijke melodie der waldhorens of het bassen der honden vernemen. Er zijn er, op mijn woord, wier reuk door den drek-zelf der honden aangenaam wordt geprikkeld, als ware het kaneel. En welk een genot, wanneer het gevangen dier ontweid ligt te worden! Het gepeupel mag ossen en schapen slagten: het afmaken van wild is den edelman voorbehouden. Deze, het hoofd ontbloot, de knie gebogen, trekt een mes dat voor dit doel bestemd is en voor geen ander gebruikt mag worden. In zekere orde, met zek
PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   >>   >|  



Top keywords:

Erasmus

 
wanneer
 

engelsche

 

honden

 

worden

 

schrijvers

 

persoonlijke

 

herinnering

 
opkomen
 
ziende

blinden

 

letterkundige

 
destijds
 

gebruik

 

jongste

 
levensbeschrijver
 

praktijken

 

komische

 

edelen

 
aanschouwen

zachte

 

verstand

 
buitensporigheden
 

wreedheid

 

gezond

 

namens

 

volgende

 

antipathie

 
eenzijdig
 
ontwikkelden

waldhorens

 

voorbehouden

 

edelman

 

ontbloot

 

afmaken

 

gepeupel

 

schapen

 

slagten

 

gebogen

 

gebruikt


zekere

 

bestemd

 

ontweid

 
melodie
 

bassen

 

vernemen

 
verfoeilijke
 
overstroomd
 

woorden

 

beweren