ij,
die in Engeland geboren zijn, worden vreemdeling na een poosje, niet
waar? Het is erg knap van hen, een heel compliment aan de kunst. Het
wordt daardoor ook heel cosmopolitisch, vindt u niet? U is nooit op
een van mijn soirees geweest, niet waar Mr. Gray. Maar u moet bepaald
eens komen. Orchideeen zijn me te duur, maar ik spaar geen moeite om
vreemdelingen te hebben. Zij stoffeeren een salon zoo aardig. Maar
hier is Harry. Harry, ik kwam hier om je wat te vragen, ik ben het nu
vergeten, en ik vond Mr. Gray. Wij hebben heel prettig samen gesproken
over muziek. Wij hebben zoo precies dezelfde ideeen. O neen, toch
niet, zij waren juist zeer uiteenloopend. Maar hij is heel aardig
geweest. Ik ben blij hem ontmoet te hebben.
--Dat doet me pleizier, lieve, zeer veel pleizier, zei Lord Henry, de
sikkels zijner donkere wenkbrauwen optrekkend en beiden aanziende met
een glimlach van-voor-den-gek-houden ...
--Het spijt me, dat ik zoo laat ben, Dorian. Ik was uitgegaan op een
stuk oud brokaat in Wardour Street en ik moest wel een uur bieden en
loven. Tegenwoordig weet iedereen den prijs van alles en niemand de
waarde van iets.
--Maar ik moet nu weg, riep Lady Henry, een benauwende stilte
verbrekend, met haar kinderachtig lachje. Ik heb beloofd met de
Hertogin te gaan rijden. Goeden dag, Mr. Gray. Adieu Harry. Je gaat
zeker uit dineeren, niet waar? Ik ook. Misschien zie ik je nog wel bij
Lady Thornburg.
--Dat kan wel, zei Lord Henry, de deur achter haar sluitend, terwijl
zij de kamer uitzweefde, met iets van een paradijsvogel, die een nacht
in den regen heeft gestaan, een geur van frangipani achter zich
latend. Toen stak hij een cigarette op en wierp zich neer op de bank.
--Trouw nooit een vrouw met geel haar, Dorian, zei hij, na een paar
trekken.
--Waarom?
--Omdat ze zoo sentimenteel zijn.
--Maar ik hou wel van sentimenteele menschen.
--Trouw nooit, Dorian. Mannen trouwen uit moeheid en vrouwen uit
nieuwsgierigheid; beiden worden teleurgesteld.
--Ik geloof niet, dat ik ooit trouwen zal, Harry. Ik ben veel te
verliefd. Dat is een van je aforismen. Ik breng ze nu in praktijk,
zooals alles wat jij zegt.
--En wie is de gelukkige? vroeg Lord Henry na een pauze.
--Een actrice, zei Dorian Gray met een kleur. Lord Henry haalde de
schouders op.
--Nog al een banaal debuut.
--Als je haar zag, zou je dat niet zeggen, Harry.
--Wie is ze?
--Ze heet Sybil Vane.
--Nooit gehoord.
--Neen, niemand heef
|