uitdrukten wat ik zeggen wou. Je hebt mij iets moois, iets hoogs
gegeven en waarvan iedere kunst maar een flauwe weerkaatsing is. Je
hebt mij geleerd wat liefde waarlijk is. Mijn lieveling! Mijn
lieveling! Mijn tooverprins, prins van mijn leven! O, ik ben nu zoo
moe van al die schimmen. Je bent voor mij meer dan alle kunst ooit
voor mij zijn kan. Toen ik zoo even opkwam, begreep ik niet waarom
alles zoo ver van mij afscheen. Ik dacht juist nu zoo goed te spelen,
en ik merkte, dat ik niets meer kon. Opeens lichtte het in mijne ziel,
wat dat alles was. En die kennis was mij zalig. Ik hoorde ze fluiten
en ik lachte. Wat weten zij van een liefde als de onze. O! neem mij
mee, Dorian, neem mij met je mee, ergens waar wij heel alleen zijn. Ik
heb een afkeer van dat tooneel. Ik kon een passie imiteeren, die ik
niet voel, maar een, die mij brandt als een vuur, kan ik niet spelen.
O! Dorian, Dorian, nu begrijp je het, niet waar? Zelfs als ik het kon,
zou het profanatie voor mij zijn, zoo ik op de planken deed of ik
liefhad. Zie je, dat heb je me geleerd.
Hij wierp zich op een bank en keerde het gezicht af.
--Je hebt mijn liefde vermoord! steunde hij.
Zij zag hem aan met verwondering en lachte. Hij gaf geen antwoord. Zij
kwam bij hem en streelde zijn haar met hare dunne vingers. Zij knielde
neer en drukte zijne handen aan haar lippen. Hij trok ze terug en een
rilling liep over hem.
Toen vloog hij op en liep naar de deur.
--Ja, wierp hij haar toe, je hebt mijn liefde vermoord. Vroeger
streelde je mijn verbeelding, nu wek je niet eens nieuwsgierigheid in
mij op. Je maakt geen indruk meer op me. Ik had je lief, omdat je mooi
was, omdat je talent en ontwikkeling bezat, omdat je droomen van
groote dichters tot werkelijkheid maakte, omdat je leven en kleur gaf
aan de schaduwen van de kunst. Dat alles heb je nu weggegooid. Je bent
klein en dom. Mijn God, ik was gek zooveel van je te houden! Ik was
dwaas! Je bent nu immers niet meer voor me! Ik wil je niet meer zien!
Ik wil niet meer aan je denken! Ik wil je naam niet meer uitspreken!
O! je weet niet wat je voor me geweest bent, vroeger. Waarom
vroeger?... O! ik kan er niet aan denken. Ik wou, dat ik je nooit
gezien had. Je hebt de poezie van mijn leven bedorven. Hoe weinig weet
je wat liefde is, als je zegt, dat het niet samengaat met kunst.
Zonder je kunst ben je niets. Ik zou je beroemd, schitterend en rijk
gemaakt hebben. De wereld zou je aanbeden hebben, en je zou mijn na
|