zegd heb. Ik heb
de grootste minachting voor optimisme. En wat dat huwelijk betreft,
het zou natuurlijk een dolheid zijn, maar er zijn nog andere
verhoudingen tusschen een man en een vrouw. En die zal ik zeker
aanmoedigen. Maar hier is Dorian zelf. Hij kan je er meer van
vertellen dan ik.
--Harry, Basil, je mag me feliciteeren! riep de jongen, terwijl hij
zijn ulster afwierp en zijn vrienden beurtelings de hand schudde. Ik
ben nog nooit zoo gelukkig geweest. Het is wel nogal onverwachts
gebeurd, maar alle genotvolle dingen komen onverwachts. En toch is het
mij alsof ik er mijn heele leven naar heb uitgezien!
Hij had eene kleur van opgewondenheid en genoegen en was mooier dan
ooit.
--Ik hoop, dat je altijd gelukkig zal zijn, Dorian, zei Hallward, maar
ik vergeef je maar half, dat je mij niets van je engagement hebt laten
weten. Je hebt het Harry wel verteld.
--En _ik_ vergeef je niet te laat te zijn voor het diner, viel Lord
Henry in, en legde hem met een glimlach de hand op den schouder. Kom,
laat ons nu gaan zitten en zien hoe de nieuwe "chef" hier is; in dien
tijd kan jij vertellen hoe alles gebeurd is.
--O, daar is niet veel te vertellen, riep Dorian uit, toen zij om de
kleine ronde tafel gingen zitten. Het ging heel eenvoudig. Toen ik
gisteren avond van je weg ging, Harry, kleedde ik mij, dineerde in die
kleine Italiaansche restauratie in Ruperstreet, waar je me
geintroduceerd hebt, en ging om acht uur naar het theater. Sybil
speelde Roselind. Het decor was natuurlijk afschuwelijk en Orlando
bespottelijk. Maar Sybil! Je hadt haar moeten zien toen zij opkwam in
haar jongenspakje! Ze was om te stelen. Ze droeg een groenachtig
fluweel buisje met havanna mouwen, een donker bruin nauw broekje, en
een coquet groen mutsje, waarop een haviksveer met een juweel, en een
kleinen mantel, gevoerd met dof rood. Ik heb haar nog nooit zoo mooi
gezien. Ze had die fijne gratie van dat Tanagra-beeldje in je atelier,
Basil! Het haar krulde om haar gezichtje als donkere blaren om een
bleeke roos. En haar actie ... maar dat zal je van avond zelf zien.
Zij is een geboren artiste.
Ik zat als betooverd in die smerige loge. Ik vergat, dat ik in Londen,
in de negentiende eeuw was. Ik was weg met mijn liefde; in een woud,
dat niemand ooit gezien had. Zoodra de voorstelling afgeloopen was
ging ik achter de coulisses en sprak met haar. En toen wij daar zoo
samen zaten, kwam er iets in haar oogen, iets wat ik er vroeger nooit
in ge
|