FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71  
72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   >>   >|  
penbedden aan de andere zijde van den weg vlamden als met trillende ringen van vuur. Een witte stof, als een bevende wolk van stuifmeel, hing in de hijgende lucht. Heldere parasols dansten op en neer als groote kapellen. Zij liet haar broer spreken over zichzelven, zijne uitzichten, zijne verwachtingen. Zij spraken langzaam en met moeite; zij wisselden woorden zooals spelers, bij een spel, fiches wisselen. Sybil voelde zich onderdrukt, zij kon haar genot niet uiten; een zwakke glimlach om dien mokkenden mond, was al wat zij tot antwoord kreeg. Na eenigen tijd werd zij stil. Daar ving zij een glans op van goud haar en lachende lippen; in een open rijtuig, met twee dames, reed Dorian Gray voorbij. Zij sprong op. --Daar is hij! riep zij. --Wie? vroeg Jim Vane. --Mijn tooverprins, antwoordde zij, en keek de victoria na. Hij vloog op en greep haar ruw bij den arm. --Wijs hem mij! Wie? Waar? Wijs hem mij goed. Ik moet hem zien! riep hij uit. Maar op dat oogenblik kwam de four-in-hand van den Hertog van Berwick voorbij en toen die de ruimte had opengelaten, was het rijtuig al uit het park weggezwaaid. --Hij is weg, murmelde Sybil treurig. Ik wou zoo graag, dat je hem gezien had. --Ik wou het ook, zoo waar als er een God is; als hij je ooit eenig kwaad doet, maak ik hem dood. Zij keek naar hem op in angst. Hij herhaalde zijne woorden. Zij sneden de lucht als met messen. De menschen rondom begonnen hen aan te zien. Een dame, dicht naast haar, gichelde. --Kom mee, Jim, kom mee, drong zij. Hij volgde haar norsch, terwijl ze door de menigte duwden. Hij was blij om wat hij gezegd had. Toen zij het beeld van Achilles bereikt hadden, zag zij tot hem op; er was medelijden in hare oogen, dat een glimlach om haar lippen werd. Zij schudde haar hoofd. --Je bent dwaas, Jim, heel dwaas. Jij bent uit je humeur vandaag, dat is de heele zaak. Hoe kan je nu zulke akelige dingen zeggen. Je weet niet eens waar je over spreekt. Je bent jaloersch en niets lief, hoor. O, ik wou, dat jij heel veel van iemand ging houden. Dat maakt je goed en wat jij zoo even zei, was slecht. --Ik ben zestien jaar, antwoordde hij; en ik weet heel goed wat ik zeg en wat ik meen. Moeder is geen steun voor jou. Ze kan heelemaal niet op je passen. Ik wou nu, dat ik maar niet naar Australie ging. Ik heb grooten lust de boel te laten waaien. En ik zou het ook, als mijn papieren maar niet geteekend waren. --O, wees toch niet zoo akelig ern
PREV.   NEXT  
|<   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71  
72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   >>   >|  



Top keywords:

glimlach

 

lippen

 
voorbij
 
antwoordde
 
rijtuig
 

woorden

 

gezegd

 

duwden

 

terwijl

 

menigte


waaien

 

bereikt

 

messen

 

grooten

 

norsch

 
Achilles
 

volgde

 
menschen
 

begonnen

 
akelig

gichelde

 

rondom

 
geteekend
 

papieren

 

dingen

 

sneden

 

zeggen

 

slecht

 

akelige

 

zestien


spreekt

 
jaloersch
 

houden

 

iemand

 

passen

 

heelemaal

 

schudde

 

medelijden

 

Australie

 

humeur


vandaag

 

Moeder

 

hadden

 

Hertog

 

spelers

 

fiches

 
wisselen
 
voelde
 
zooals
 

wisselden