t? Is het een voorgevoel van den groei der individualiteit
buiten haar eenmaal getrokken grenzen, of de lust om breeder en intenser
in contact te treden met het leven en het genot van het leven?--Vreemde,
vage gevoelens doordringen de atmosfeer, wisselend van vormen, nu
deemoed en begeerte naar opoffering en zelfverloochening, dan bewustheid
van macht, van verheffing, van zaligend leed. Het zijn de hervormers, de
wijsgeeren, de dichters, de kunstenaars, die den toon aangeven, niet de
staatslieden meer....
En bij haar overgang naar de 20e eeuw, loopt het eind van de 19e in veel
opzichten evenwijdig met den uitgang van de 18e eeuw. Men mag ook hier
spreken van vernieuwing, van aaneensluiting en van een groot verschiet.
Alleen, er ontbreekt de hartstocht, het geweld, de majesteit en de
eenheid der beweging, en vooral de vreugd ontbreekt. Een omwending, geen
omwenteling.
* * * * *
[Illustratie: HENRIK IBSEN op 29-jarigen leeftijd]
Zoo volgt ons oog den stroom van den tijd, wanneer hij, telkens
afgebroken, neerdaalt over drie streng gescheiden terrassen: het eerste
grenspunt, de stichting van het Duitsche Rijk en de opstand der
Parijsche Commune; de tweede grens, het bevestigen van het Europeesche
staatswezen,--waarna de stroom in uiteenloopende richting zijn loop
volgt.
Geeft ons de Europeesche letterkunde, gesteld dat wij haar als een
voorstelling van het leven nemen, een getrouwen indruk van die
voorbijgaande jaren tijdvakken?
Een volledig beeld zeker niet. De eerste periode werd nog geheel
beheerscht door de groote namen van auteurs wier opkomst samenviel met
de eerste helft der eeuw. Victor Hugo, George Sand, Dickens, om enkelen
te noemen, voerden het woord en lieten het zich niet ontnemen. Hun werk,
als 't het geheel van de samenleving wil omvamen, heeft iets gekunstelds,
het spreekt niet dadelijk uit het hart van de maatschappij. Het zoekt een
eenheid van het leven, maar het leven zelf is al buiten het kader van hun
werk gegroeid.
In het tweede tijdvak was Zola de overnam. Ook hij wilde in zijn romans
een wereld samenvatten. Maar 't is meer een product van het innig
meeleven met zijn tijd. En zoodra wij op het derde terras van de laatste
helft der eeuw zijn aangeland, bemerken wij dat de behoefte om de
samenleving als een eenheid te grijpen, niet meer bestaat. De kunst in
haar intiemsten grond is lyrisch en individueel geworden. Zij wil een
invloed zijn, zij wil niet lang
|