FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  
dichter overzicht van de drie perioden van zijn leven, den tijd van de _Comedie der Liefde_ en _Brand_[61], van satires, van de wederaansluiting bij de samenleving. En hij ziet ze niet, zooals wij ze zien, naar evenredigheid van wat ze hebben gebracht aan de wereld, maar in vergelijking van wat ze misten ter voldoening aan de behoeften van zijn ziel. Wij zien de volvoering, hij echter ziet het ontbrekende. Zijn zegepraal en zijn glorie, ze zijn niet een zaak van het verleden; hij heeft ze voor zich uitzweven,--in verlangen. Het is hem alsof eerst nu, aan het eind van zijn levensweg, zijn oogen opengaan. _Wanneer wij dooden ontwaken_! wanneer wij, die gemeend hebben te leven, en die ons nauwelijks aan ons niet-bestaan konden ontworstelen, eerst de oogen opslaan en het leven gewaar worden in zijn oprechtheid en eenvoud!... Maar dan is het einde nabij. De dichter-peinzer weet het. Hij weet zichzelf, hij weet de afdwalingen en afdalingen van zijn levensbaan, hij weet ook zijn glorie. Op de hoogte van het leven verkeert hij in stille samenspraak met het Leven. Een schijnsel omstraalt hem van het komende licht. Wat nood of de nacht voor hem nabij is gekomen. Is hij ook niet een kind van den Nacht, hij de mijnwerker, de graver en groever. De nacht, de aanstaande nacht, brengt rust en vrede.--Laat hem genieten, dat eene, unieke oogenblik, van het rein ontwaken zijner oogen. En van de hoogte kijkt de dichter uit op de hoogtepunten van zijn eigen leven. Hij denkt aan zijn _Catilina_, het stuk van den somberen gewetens- en wereldnacht, dat zijn trots was in de opgang van zijn jeugd; hij denkt aan zijn _Julianus den Afvallige_[62], de schemerschepping geschapen op de middaghoogte van zijn weg; en hij denkt aan het licht van het ideaal dat voor hem oprijst en om hem heen rijst, nu de duistere schaduwen zijn leeftijd overvallen. Zijn glorie is zijn opstanding, voor een oogenblik, uit den nijpenden dood van het leven. Zie, de schemering heeft den nacht verjaagd, de morgenstond breekt zich baan, brengt het licht; de morgenstond, het bleeke uur van herinnering, van berouw, van voorgevoelens,--het ophelderende en oplichtende uur van voorgevoel en verlangen, van verwachting, van Verrijzenis.... * * * * * AANTEEKENINGEN OP DE INLEIDING [1] _Staats-satyricus_.--Zoo noemt zich Ibsen een paar maal in tegenstelling zeker tot "staatsburger". "Ik heb het talent niet om staatsburger te zij
PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  



Top keywords:
glorie
 

dichter

 
verlangen
 

ontwaken

 
staatsburger
 
oogenblik
 
brengt
 

morgenstond

 

hoogte

 

hebben


geschapen

 

middaghoogte

 

Afvallige

 

schemerschepping

 

oprijst

 

schaduwen

 

leeftijd

 

overvallen

 

duistere

 

Julianus


ideaal

 

Liefde

 

zijner

 

unieke

 
hoogtepunten
 
wereldnacht
 

gewetens

 

somberen

 

Comedie

 

Catilina


opgang

 
nijpenden
 
satyricus
 

Staats

 

INLEIDING

 

talent

 

overzicht

 

tegenstelling

 

AANTEEKENINGEN

 
perioden

breekt
 
verjaagd
 

schemering

 

bleeke

 
voorgevoel
 

verwachting

 

Verrijzenis

 

oplichtende

 

ophelderende

 
herinnering