unt. En
nergens ter wereld houdt een gemeenteraad er zich mee bezig om het rijk
van de toekomst, "het derde rijk", te verwachten of voor te bereiden."
* * * * *
Zoo sprak Ibsen wel in zijn boosheid. En echter volgde Noorwegen, op
zijn manier zeker, maar toch trouw en regelmatig, in de tweede helft der
19e eeuw, de lijn van ontwikkeling van geheel Europa. Alleen behoorde
het niet altijd tot de gelukkige landen van het werelddeel.
Toen de revolutie van 1848 uitbrak, had Noorwegen zijn groote vraagstuk
voor zich[35], evenals de staten van Duitschland en van Italie het
hadden. Het was een vraag van expansie en van nationale vereeniging. Men
noemde het streven naar dat ideaal, Scandinavisme, en het bedoelde niet
alleen een verbroedering maar ook een nauwe aaneensluiting van de drie
rijken van het Noorden.
De Pruisisch-Oostenrijksche campagne tegen Denemarken van het jaar 1864,
heeft aan de geestdrift voor het Scandinavisme een harden slag
toegebracht, toen het bleek hoe weinig "de broeders" geneigd waren
elkander bij te staan in nood: de vestiging van het Duitsche rijk in
1871 heeft daarop voor goed een eind gemaakt aan het plan,--omdat de
inbezitneming van Sleeswijk Duitschland dwong tot vijandschap tegenover
al die Scandinavische grootheid. En voor het prestige van het Duitsche
rijk moest het ideaal van het Noorden bukken.
Bjoernsterne Bjoernson heeft toen, en onder die omstandigheden, aan
Noorwegen zijn leus gegeven.
"Laat ons," zeide hij op een feestelijke bijeenkomst, (in 't eind van
het jaar 1866, na Koeninggraetz), "vooreerst en voor alles Noren zijn, en
op die wijs, daarna, Scandinaviers. Want ieder van de drie volken moet
zijn eigen aard hebben, om iets in ruil te kunnen geven aan de
anderen."[36]
Het Scandinavisme in de verre toekomst!--te beginnen met Noorwegen voor
de Noren!
Zoo is men ook in Noorwegen na 1870 begonnen met het opbouwen van den
modernen staat[37]. Het werd een verwezenlijking van Wergeland's idee.
De Noorsche boer kreeg zijn rechten, de constitutie kreeg haar
uitbreiding en Noorwegen kreeg, met zijn "reine" vlag, volle
zelfstandigheid tegenover Zweden.
In 1882 is de crisis. Noorwegen speelt dan zijn "er op of er onder"
tegen de koninklijke macht. 1884 brengt de eindbeslissing, en het
volgend jaar ziet een nieuwe periode geopend, den tijd van
maatschappelijke en partieele hervormingen. De politieke ideeen hebben
toen hun dag gehad.
*
|