RNICK. Wat is er, Martha?
MARTHA. Och niets, ik dacht maar....
OLAF (_schreeuwt van plezier_). Kijk, kijk, daar komen de anderen met de
paarden en de andere dieren! En daar heb je de Amerikanen ook! Al die
matrozen van de "Indian Girl".... (_men hoort Yankee-Doodle zingen
begeleid door een klarinet en trommels_).
HILMAR (_houdt zijn ooren dicht_). Oeh, oeh, oeh!
ROeRLUND. Mij dunkt, wij moesten ons een beetje afzonderen, dames; dat is
toch niet iets voor ons. Laat ons weer aan ons werk gaan.
MEVR. BERNICK. Wij konden misschien de gordijnen dicht doen?
ROeRLUND. Ja, dat is juist wat ik bedoelde (_de dames nemen hunne
plaatsen aan de tafel weer in; Roerlund sluit de tuindeur en doet de
gordijnen dicht; het is half-donker in de kamer_).
OLAF (_die uitkijkt_). Ma, nu staat de vrouw van den directeur aan de
fontein haar gezicht te wasschen.
MEVR. BERNICK. Wat? Midden op de markt!
MEVR. RUMMEL. En dat op klaarlichten dag!
HILMAR. Nou, als ik op reis was door de woestijn en een waterput
aantrof, zou ik mij ook niet lang bedenken om.... Au, die vreeselijke
klarinet!
ROeRLUND. 't Zou waarlijk wel noodig zijn dat de politie zich er eens mee
bemoeide.
BERNICK. Och wat; met vreemden moet men dat zoo nauw niet nemen; die
menschen hebben immers niet het aangeboren gevoel van fatsoen, dat ons
binnen de juiste perken houdt. Laat hen maar wat buitensporig doen. Wat
gaat ons dat aan? Al dat ongeregelde gedoe dat in strijd is met fatsoen
en goede zeden, raakt gelukkig onze maatschappij heelemaal niet, als ik
't zoo zeggen mag.... Wat is dat? (_de vreemde dame komt snel binnen
door de deur rechts_).
DE DAMES (_verschrikt maar zachtjes_). De paardrijdster! De vrouw van de
directeur!
MEVR. BERNICK. Hemel! wat moet dat beteekenen?
MARTHA (_opspringend_). Ah...!
DE DAME. Dag lieve Betty! Dag Martha! Dag zwager!
MEVR. BERNICK (_met een kreet_). Lona...!
BERNICK (_tuimelt achteruit_). Zoo waar ik leef!...
MEVR. HOLT. God zij ons genadig...!
MEVR. RUMMEL. 't Is toch niet mogelijk...!
HILMAR. Nou! Oeh!
MEVR. BERNICK. Lona! Ben je het heusch...?
LONA. Of ik het ben? Ja, bij mijn ziel, ik ben het. Je kunt mij wat dat
betreft gerust om den hals vallen.
HILMAR. Oeh! Oeh!
MEVR. BERNICK. En kom je nu hier als...?
BERNICK. ... en je wilt hier optreden?
LONA. Optreden? Hoezoo optreden?
BERNICK. Ja ... ik bedoel ... met de kunstrijders....
LONA (_hardop lachend_). Hahaha! Ben je niet wijs,
|