FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   >>   >|  
zwager? Denk je dat ik bij de kunstrijders hoor? Neen; ik heb wel allerlei kunsten uitgehaald en mij dikwijls gek aangesteld.... MEVR. RUMMEL. Hm.... LONA. ... maar kunststukken op een paard heb ik nooit vertoond. BERNICK. Dus toch niet.... MEVR. BERNICK. O, goddank! LONA. Neen, wij reisden heusch net als andere fatsoenlijke menschen ... wel tweede klasse, maar dat zijn wij gewend. MEVR. BERNICK. _Wij_, zeg je? BERNICK (_een stap naderbij_). Wie "wij"? LONA. Ik en mijn kind, natuurlijk. DE DAMES (_verschrikt_). Haar kind! HILMAR. Wat! ROeRLUND. Nu, ik moet zeggen...! MEVR. BERNICK. Wat bedoel je toch, Lona? LONA. Ik bedoel natuurlijk John; ik heb geen ander kind dan John, zoover ik weet,... of Johan, zooals jullie hem noemden.... MEVR. BERNICK. Johan...! MEVR. RUMMEL (_zachtjes tegen mevr. Lynge_). De beruchte broer! BERNICK (_weifelend_). Is Johan bij je? LONA. Zeker, zeker; ik reis nooit zonder hem. Maar jullie ziet er zoo bedrukt uit. En je zit hier in 't halfdonker en naait aan iets wits.... Er is toch geen sterfgeval in de familie? ROeRLUND. Mejuffrouw, u bevindt zich hier in de "Vereeniging voor moreel Verdorvenen".... LONA (_halfluid_). Wat zegt u? Deze nette deftige dames zouden...? MEVR. RUMMEL. Neen ... daar is nu toch het eind van weg.... LONA. Och zoo, ja! Begrepen ... begrepen! Maar wat drommel, dat is mevrouw Rummel! En daar ginds zit mevrouw Holt ook! Nou, we zijn er alle drie niet jonger op geworden sedert wij elkaar het laatst gezien hebben. Maar luistert nu eens, lieve menschen, laat nu de moreel-verdorvenen een dagje wachten; daar worden zij niet slechter van. Een oogenblik van vreugde als dit.... ROeRLUND. Een terugkeer is niet altijd een oogenblik van vreugde. LONA. Zoo? Wat leest u dan in uw Bijbel, dominee? ROeRLUND. Ik ben geen dominee. LONA. Nou, dan wordt u 't toch zeker wel eens.... Maar foei, foei,... dat moreele linnengoed heeft zoo'n lucht van bederf ... precies een lijkwa. Ik ben gewend aan de lucht van de prairieen zal ik je maar zeggen. BERNICK (_veegt zijn voorhoofd af_). Ja, 't is hier waarlijk een beetje bedompt. LONA. Wacht maar; we zullen wel uit dien grafkelder naar boven zien te komen. (_Trekt de gordijnen open_). Het volle daglicht moet hier invallen als de jongen komt. Dan zal je eens een jongen zien die zich gewasschen heeft. HILMAR. Oeh! LONA (_zet deur en ramen open_) ... ja, dat is te zeggen, wanneer hij
PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   >>   >|  



Top keywords:

BERNICK

 
ROeRLUND
 

zeggen

 

RUMMEL

 

bedoel

 

mevrouw

 
vreugde
 
oogenblik
 

dominee

 
jullie

HILMAR

 

menschen

 

moreel

 

jongen

 

natuurlijk

 

gewend

 

Rummel

 

jonger

 
geworden
 

sedert


elkaar

 

hebben

 

verdorvenen

 

wachten

 
worden
 

gezien

 
slechter
 

luistert

 

laatst

 
lijkwa

gordijnen

 

daglicht

 

grafkelder

 

invallen

 

wanneer

 

gewasschen

 
zullen
 

Bijbel

 

moreele

 

linnengoed


terugkeer

 

altijd

 

bederf

 

waarlijk

 
beetje
 
bedompt
 

voorhoofd

 

precies

 
prairieen
 

naderbij