sen's twijfel aan den voortgang van zijn werk_.--Vgl. het
gesprek tusschen Jatgeir, den skalde en hertog Skule in het 4e bedrijf
van de _Kroonpretendenten_.
[45] _Oordeel van de wereld_.--Vgl. o.a. H. Jaeger. p. 165. R. Woerner I
p. 139. Magdalene Thorensen's (schoonmoeder van Ibsen) oordeel over den
dichter in dezen tijd in G. Brandes' _Levned_, p. 149: "Hvad han
skriver, er fladt som en Tegning." etc.
[46] _Grauwe schemeren_.--Tausmoerket.
[47] _Intusschen_.--Sommige uitdrukkingen van Duitsche schrijvers, b.v.
van R. Lothar _Henrik Ibsen_, p. 91, zouden doen veronderstellen dat het
drama van Julianus den Afvallige door Ibsen na _Brand_ en in gevolge van
_Brand_ werd geconcipieerd; inderdaad is het een vroegere conceptie,
vgl. brief aan B. Bjoernson van 16 Sept. 1864, en L. Dietrichson.
_Svundne Tider_ I p. 336.
[48] _Meewerking aan den tijd_.--Vgl. brief aan E. Gosse, 14 Octob.
1872.
[49] _Distantie_.--Vgl. brief aan Magd. Thorensen, 3 December 1865.
[50] _Het grote gebeuren tusschen_ 1864 en 1871.--Vgl. brief aan J.
Hoffory. 26 Febr. 1888.
[51] _Determinisme_.--Hierbij mag ook de directe invloed van H. Taine
niet onopgemerkt blijven, met wiens werk Ibsen door G. Brandes bekend
werd.
[52] _Midden onder zijn groote werk_.--Het eerste plan van het _Verbond
der Jeugd_ dagteekent denkelijk van 1874, vgl. den brief van 16 Sept.
1864 aan Bjoernson en de aanteekening daarop Ibsen's _Saemmtl. Werke_. X
p. 428.
[53] _Het Verbond der Jeugd een inleiding_.--Vgl. A. Kerr. _Das neue
Drama_, p. 16-18.
[54] In 1885_zeide Ibsen_.--Vgl. L. Kieler. _Silhouetter_. p. 12.
[55] _De Wilde Eend_.--Voor de juiste opvatting van dit drama (de
beschouwing heeft haar oorsprong in den naasten kring van Ibsen), vgl.
H. Jaeger. _H. Ibsen og hans vaerker_. En _fremstilling i grundrids_. p.
176 vv. Zie ook van mijn hand _Poezie en Leven in de 19e eeuw_. p. 359
vv.
[56] _Rosmersholm_.--Vgl. A. v. Berger. _Studien en Kritiken_ p. 214 vv.
en het hierboven aangehaalde _Poezie en Leven_ p. 370 vv.
[57] _Bevrijding_.--Vgl. Lou Andreas Salome. _H. Ibsen's Frauengestalten_.
[58] _Sinding_.--Vergelijking van Sinding met Rodin in M. Bigeon. _Les
revoltes Scandinaves_, p. 83.
[59] _Noorsche naieveteit_.--Vgl. L. Kieler l.l.
[60] _De symbolische werken hebben overal heen betrekkingen_.--Vgl. b.v.
H. Dikmar's studie over Ibsen's _Bygmester Solness_ in _To literaere
Studier_. Kristiania 1894 en E. Holm. _H. Ibsen's politisches
|