?
JOHAN. Dus, Bernick, je weet nu wat je te wachten staat; je moet in dien
tusschentijd maar raad schaffen. Vaarwel! Betty mag je van mij groeten,
hoewel zij zich weinig zusterlijk jegens mij gedragen heeft. Maar Martha
wil ik toch nog even zien. Zij moet aan Dina zeggen ... zij moet mij
beloven.... (_hij gaat weg door de verste deur links_).
BERNICK (_in zich zelf_). "Indian Girl"...? (_snel_). Lona, je _moet_
dat verhinderen!
LONA. Je ziet het zelf, Karsten ... ik heb geen macht meer over hem
(_zij volgt Johan in de kamer links_).
BERNICK (_onrustig_). Vergaan...?
(_Aune komt op van rechts_).
AUNE. Excuseer, is meneer de consul bezig?
BERNICK (_keert zich driftig om_). Wat wil je?
AUNE. Verzoeken of ik meneer een vraag mag doen?
BERNICK. Nou ja; gauw dan. Wat wou je vragen?
AUNE. Ik wou vragen of het vast staat ... onomstootelijk vast ... of ik
afgedankt word als de "Indian Girl" morgen niet zou kunnen uitzeilen?
BERNICK. Wat is dat? Het schip _is_ immers zeilklaar?
AUNE. Ja ... dat is zoo. Maar als het nu eens niet zoo was ... werd ik
dan ontslagen?
BERNICK. Wat moet dat met zulke doellooze vragen?
AUNE. Ik zou dat zoo graag willen weten, meneer Bernick. Zeg u alleen
maar of ik ontslagen worden zou?
BERNICK. Ben ik gewoon mijn woord te houden of niet?
AUNE. Ik zou dus morgen mijn positie verliezen in mijn huis en onder hen
die mij het naast zijn ... mijn invloed verliezen onder den
werkmansstand ... alle gelegenheid verliezen om nuttig werkzaam te zijn
onder de geringen en laaggeplaatsten in de maatschappij.
BERNICK. Aune, die zaak is afgedaan.
AUNE. Nou, dan moet de "Indian Girl" maar uitgaan.
(_Korte stilte_).
BERNICK. Hoor eens, ik kan mijn oogen niet overal hebben; kan niet voor
alles aansprankelijk zijn;... je kunt mij toch wel de verzekering geven
dat de reparaties behoorlijk uitgevoerd zijn?
AUNE. U heeft mij een erg korten termijn gesteld, meneer.
BERNICK. Maar de reparaties zijn betrouwbaar, zeg je?
AUNE. Nou ... we hebben goed weer en het is zomer.
(_Weer zwijgen_).
BERNICK. Heb je me anders niets te zeggen?
AUNE. Anders weet ik niet, meneer de consul.
BERNICK. Dus de "Indian Girl" zeilt uit?...
AUNE. Morgen?
BERNICK. Ja.
AUNE. Goed. (_Hij groet en gaat heen_).
(_Bernik staat een oogenblik besluiteloos; gaat dan snel naar de
entree-deur, alsof hij Aune wilde terugroepen; maar blijft onrustig
staan met de hand op den deurknop. Op hetzelf
|