nietigen dan zal ik vechten op leven en
dood. Maar het zal je nooit gelukken, zeg ik je! Hij, die mij zou kunnen
neervellen, zwijgt ... en hij gaat weer ver weg.
(_Rummel en Vigeland komen van rechts_).
RUMMEL. Goeden dag, goeden dag, m'n waarde Bernick; je moet met ons mee
naar de handelsmaatschappij; we hebben vergadering over de
spoorweg-kwestie, zooals je weet.
BERNICK. Ik kan niet. Onmogelijk op 't oogenblik.
VIGELAND. U _moet_ waarlijk, mijnheer Bernick....
RUMMEL. Je moet, Bernick. Er zijn menschen die ons tegenwerken. Hammer,
de redacteur en de anderen die voor de kustlijn waren, beweren dat er
particuliere belangen steken achter het nieuwe plan.
BERNICK. Nu, leg hun dan uit....
VIGELAND. Dat geeft niets wat wij zeggen, mijnheer de consul....
RUMMEL. Neen neen, je moet zelf komen; van jou waagt natuurlijk niemand
zoo iets te veronderstellen.
LONA. Neen, dat zou ik ook denken.
BERNICK. Ik kan niet, zeg ik je; ik ben onwel;...
(_Roerlund komt van rechts_).
ROeRLUND. Pardon, mijnheer Bernick, u ziet mij hier hevig ontsteld....
BERNICK. Ja ... wat scheelt u?
ROeRLUND. Ik moet u een vraag doen, mijnheer Bernick. Is het met uw
goedvinden dat het jonge meisje, dat een toevlucht onder uw dak gevonden
heeft, zich op de openbare straat vertoont in gezelschap van een
persoon, die....
LONA. Van welk persoon, dominee?
ROeRLUND. Van den persoon dien zij, van alle menschen ter wereld, het
eerst van zich af houden moest.
LONA. Hoho!
ROeRLUND. Is dat met uw goedvinden, mijnheer Bernick?
BERNICK (_die hoed en handschoenen zoekt_). Ik weet nergens van. Pardon,
ik heb haast; ik moet naar de handelsmaatschappij.
HILMAR (_komt uit den tuin en gaat naar de verste deur links_). Betty,
Betty, hoor eens!
MEVR. BERNICK (_in de deur_). Wat is er?
HILMAR. Je moet eens naar de tuin gaan en een einde maken aan dat gevrij
van een zeker individu met die Dina Dorf. Mijn zenuwen zijn er heelemaal
door van streek, alleen maar van het aan te hooren.
LONA. Zoo? Wat heeft dat individu dan gezegd?
HILMAR. O, anders niet dan dat hij wil dat zij met hem mee naar Amerika
zal gaan. Oeh!
ROeRLUND. Hoe is het mogelijk!
MEVR. BERNICK. Wat zeg je?
LONA. Maar dat zou juist uitstekend zijn!
BERNICK. Onmogelijk, je hebt 't niet goed verstaan.
HILMAR. Vraag het hem dan zelf. Daar komt het paartje. Maar laat mij er
alsjeblieft buiten.
BERNICK (_tegen Rummel en Vigeland_). Ik kom dadelijk ... een
|