FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101  
102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   >>   >|  
r meisjes en vrouwen heeft hij nooit veel oog gehad. MEVR. BERNICK. Hij niet? Johan! Nou, mij dunkt dat wij van het tegendeel de treurige bewijzen wel gehad hebben.... LONA. Naar den drommel met die malle geschiedenis! waar is Bernick? Ik moet hem spreken. MEVR. BERNICK. Lona, je doet het niet, zeg ik je! LONA. Ik doe het wel. Heeft de jongen zin in haar ... en zij in hem ... dan zullen ze elkaar krijgen ook. Bernick is immers zoo'n knappe man; die moet dan maar een uitweg vinden.... MEVR. BERNICK. En geloof je dat zulke Amerikaansche onwelvoegelijkheden hier geduld zullen worden.... LONA. Leuterpraat, Betty. MEVR. BERNICK. ... dat een man als Karsten, met zijn streng moreele begrippen.... LONA. Och wat! Die zullen wel zoo overdreven streng niet zijn. MEVR. BERNICK. Wat durf je daar te zeggen? LONA. Ik durf zeggen dat Bernick wel niet zooveel braver zal zijn dan andere mannen. MEVR. BERNICK. Zoo diep zit dus de haat nog in je! Maar wat wil je dan toch eigenlijk hier, als je nooit hebt kunnen vergeten dat...? Ik begrijp niet dat je hem onder de oogen durfde komen na de schandelijke beleediging die je hem hebt aangedaan. LONA. Ja, Betty, toen heb ik mij leelijk vergaloppeerd. MEVR. BERNICK. En hoe grootmoedig heeft hij het je niet vergeven, hij, die toch nooit iets misdaan had! Want hij kon toch niet helpen dat jij je hier illusies gemaakt hadt. Maar sinds dien tijd heb je ook een hekel aan mij. (_Begint te schreien_). Je hebt mij mijn geluk nooit gegund. En nu kom je hier om mij al die narigheid te bezorgen ... om de heele stad te laten zien in wat voor een familie ik Karsten gebracht heb. Ik zal er op aangezien worden, en dat is het juist wat je wilt. O, het is afschuwelijk van je! (_Ze gaat schreiend weg door de verste deur links_). LONA (_haar nakijkend_). Arme Betty! (_Bernick komt uit zijn kamer_). BERNICK (_nog in de deur_). Ja, ja, dat is best mijnheer Krap; dat is uitstekend. Stuur vierhonderd kronen voor voedsel voor de armen. (_keert zich om_). Lona! (_dichterbij_). Ben je alleen? Komt Betty niet hier? LONA. Neen. Zal ik haar soms gaan halen? BERNICK. Neen, neen, neen, niet doen! O Lona, je weet niet hoe ik er naar verlangd heb eens openhartig met je te praten ... om je vergeving af te smeeken. LONA. Hoor eens, Karsten, laat ons niet sentimenteel worden; dat staat ons niet. BERNICK. Je _moet_ mij aanhooren, Lona. Ik weet wel hoezeer de schijn tegen mij is, nu je gehoo
PREV.   NEXT  
|<   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101  
102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   >>   >|  



Top keywords:
BERNICK
 

Bernick

 

zullen

 
worden
 

Karsten

 
streng
 

zeggen

 

afschuwelijk

 

schreiend

 

Begint


schreien

 
gegund
 

familie

 

gebracht

 

narigheid

 

bezorgen

 

aangezien

 

vierhonderd

 

verlangd

 
openhartig

praten

 

vergeving

 
smeeken
 

hoezeer

 

schijn

 

aanhooren

 

sentimenteel

 
alleen
 

mijnheer

 
nakijkend

uitstekend

 

dichterbij

 

voedsel

 

kronen

 
verste
 

kunnen

 

elkaar

 
krijgen
 

jongen

 

immers


Amerikaansche

 
onwelvoegelijkheden
 

geduld

 

geloof

 

vinden

 

knappe

 

uitweg

 

spreken

 

meisjes

 

vrouwen